Voer

Veevoerconcern ForFarmers heeft de ambitie om de komende vijf jaar haar marktposities in de bestaande thuismarkten uit te bouwen en de activiteiten buiten Nederland uit te breiden.

„Om 500 eieren in 100 weken te rapen, is meer nodig dan alleen extra kalksteentjes voeren. Voor topproducties moet alles kloppen en moeten leghennenhouders snel handelen bij problemen.” Dat stelt pluimveenutritionist Marien van den Brink van Twilmij.

„De schaalkwaliteit van eieren blijft langer op peil door toevoegen van 1,25D aan het pluimveevoer. 1,25D is de direct opneembare vorm vitamine D. Meerdere proeven laten zien dat het aantal verkoopbare eieren stijgt doordat de schaalkwaliteit verbeterd.”

„Dankzij zelf voer malen en mengen verlaag ik mijn voerkosten aanzienlijk en kan ik sneller schakelen naar behoefte van de hennen zoals calciumgift bij de start en op latere leeftijd een ochtend- en avondrantsoen.” Dat zegt leghennenhouder Alex Visch.

„Ook met 50.000 scharrelhennen kan investeren in zelf mengen lonend zijn”, zegt Evert Bos. „De investering in twee opslagsilo’s van 50 ton en een maalschijven- of hamermolen kan een leghennenhouder binnen vijf jaar terug verdienen, mits hij goed inkoopt.”

„Het eindresultaat van een koppel leghennen valt of staat met een goede start.” Dat stelde een leghennenhouder tijdens de themacarrousel op de Pluimveeweb thema-avond Voeding voor legpluimveehouders woensdagavond 9 september in Barneveld.

„Voerkwaliteit is belangrijk, maar alles moet 110 procent zijn om goed te draaien. Als eerste de drie R’s: rust reinheid en regelmaat. Daarnaast zijn kuikenkwaliteit, klimaat en entingen ook cruciaal”, zegt vleeskuikenhouder Tom Geerts.

„De voerprijs per 100 kilo moet niet leidend zijn bij de aankoop van voer. Het gaat om het eindresultaat. In ons geval zo veel mogelijk kilogrammen eieren rapen met zo laag mogelijk kosten”, zegt Alex Visch.

„Voersamenstelling heeft een zeer grote invloed op de levensduur van leghennen. Om 500 eieren in 100 weken te rapen, moet alles kloppen. Een kleine aanpassing in het voer heeft vaak veel invloed.” Dat stelt pluimveenutritionist Marien van den Brink.