'Vangbedrijven willen meer leiding geven aan organisatie rondom het vangen'

De NVPSB heeft een gids opgesteld voor goede en betere praktijken voor het vangen en laden van pluimvee. Zo maakte de NVPSB donderdag 18 april bekend. „We nemen hiermee het initiatief om het welzijn van pluimvee tijdens het vangen en laden van pluimvee te borgen”, zegt Brok. „Als NVPSB hebben we veel kennis over het vangen en laden van pluimvee in Nederland. We willen deze kennis inzetten om het dierenwelzijn tijdens vangen en laden te borgen.”

Met deze kennis heeft de NVPSB de Europese richtlijnen over het vangen en laden van pluimvee beoordeeld en vergeleken met de praktijk in Nederland. „Concluderend blijkt in Nederland dat een goede samenwerking nodig is tussen de pluimveeservicebedrijven en de pluimveehouderijen, pluimveetransporteurs en pluimveeslachterijen om het dierenwelzijn tijdens transport te borgen”, licht coördinator Brok toe.

‘Meer leiding geven’

In Nederland is de praktijk dat pluimveeservicebedrijven een opdracht krijgen om een pluimveestal leeg te vangen en te laden. Pluimveeslachterijen en de pluimveehouder bepalen samen de beladingsdichtheid van de containers of kratten. Het pluimveeservicebedrijf neemt eigen materiaal mee, maar is volgens Brok ook afhankelijk van de voorbereiding van de pluimveehouder ter plaatse.

Als op het slachthuis achteraf wordt geconstateerd dat er letsel is ontstaan tijdens transport, dan krijgen de vangploeg en de pluimveehouder dit vaak pas maanden later te weten. Het is achteraf lastig om oorzaken te achterhalen en verbeteringen kunnen slechts achteraf worden doorgevoerd. „De pluimveeservicebedrijven spelen een cruciale rol in het borgen van het dierenwelzijn bij het vangen en laden van pluimvee. Zij willen daarom meer leiding geven aan de organisatie rond het vangen en laden van pluimvee, zodat het dierenwelzijn beter geborgd kan worden”, verklaart Brok.

‘Vergelijkende data belangrijk’

Borging van dierenwelzijn bestaat volgens Brok in de eerste plaats uit het erkennen en beschrijven van knelpunten voor dierenwelzijn. In tweede instantie zijn er Nederlandstalige richtlijnen nodig over de randvoorwaarden om het dierenwelzijn te kunnen borgen, vindt hij. Deze richtlijnen kunnen volgens hem de basis vormen van leveringsvoorwaarden tussen ketenpartners, waarvan de opvolging steeds wordt geëvalueerd om eventuele verbeteringen tijdig door te voeren.

„Vergelijkende data (benchmarks) over bijvoorbeeld de incidentie van sterfte, letsels geteld op het keurbordes en eventuele maatregelen op basis van dieren van dierenwelzijn zijn belangrijk om tijdig terug te koppelen aan de transporteur, pluimveehouder en pluimveeservicebedrijf”, stelt Brok.

Factsheets

De Nederlandstalige gids voor goede en betere praktijken voor het vangen en laden van pluimvee verstrekt daarom praktische informatie aan pluimveeservicebedrijven, pluimveehouders, transporteurs, slachterijen en de consument over hoe het welzijn van pluimvee rondom het vangen en laden kan worden geborgd.

De gids bevat praktisch samengevatte informatie in factsheets per onderwerpen zoals de transportwaardigheid van pluimvee, aandachtspunten voor vangmethoden, de stalvoorbereiding, containers en kratten. Deze factsheets kunnen op werkplekken worden uitgedeeld en worden bijgesloten bij de leveringsvoorwaarden tussen de ketenpartners.

De specifieke factsheets zijn steeds één A-viertje en te vinden op www.nvpsb.nl.