Landbouw reduceert ammoniakemissie flink, maar andere uitstoters gaan harder via innovatiespoor
De verzurende depositie bedroeg in 2022 gemiddeld over Nederland ongeveer 1.880 mol zuur-equivalenten per ha. De verzurende depositie is sinds 1990 met 58 procent afgenomen. De landbouw stoot minder uit, maar het CLO schrijft de dalende trend vooral toe aan de industrie. 'Bewerkstelligd door de overschakeling van kolen of olie op gas door raffinaderijen en energiecentrales en door maatregelen als rookgasontzwaveling.'
Ook de invoering van de katalysator bij auto's heeft grote invloed. De landelijk gemiddelde depositie van verzurende stoffen is sinds 1990 meer dan gehalveerd. In 1990 bedroeg de depositie van verzurende stoffen, gemiddeld over Nederland, nog ruim 4.400 mol zuurequivalenten per hectare. Dit is tot rond 2010 gestaag gedaald tot 2.100 mol zuurequivalenten per hectare. Na 2010 is de afname minder groot. In 2022 bedroeg de verzurende depositie nog circa 1.880 mol per hectare.
Landbouw: 48 procent
'De afname is vooral te danken aan vermindering van de uitstoot van zwaveldioxide', schrijft het CLO. 'De emissies van stikstofoxiden en ammoniak zijn ook gedaald, maar minder sterk. Het relatieve belang van de stikstofverbindingen (afkomstig van de emissies van ammoniak en stikstofoxiden) in de zuurdepositie, is door deze ontwikkelingen toegenomen van ca. 60 procent in 1990 naar 73 procent in 2022. De Nederlandse landbouw draagt voor ongeveer 48 procent bij aan de verzurende depositie. Andere bronnen in Nederland zoals verkeer, industrie en overige bronnen dragen 23 procent bij. De overige 32 procent is afkomstig vanuit het buitenland.'
De stikstofdepositie ligt hoger in gebieden met veel pluimvee- en varkenshouders. Het CLO: 'In met name de Gelderse Vallei en de Peel komen deposities voor van meer dan 4.000 mol per ha per jaar. Dat komt door de hoge lokale ammoniakuitstoot van de intensieve veehouderij.'
Ruwheid
Ammoniak (NH3) komt op lage hoogtes vrij en deponeert relatief snel, verklaart het CLO. 'Deze combinatie zorgt ervoor dat er meer ammoniak dichtbij de bron neerkomt dan bijvoorbeeld stikstofoxiden. Dit betekent overigens niet dat ammoniak voornamelijk lokaal deponeert, in tegendeel, het merendeel van het ammoniak deponeert over een groter oppervlak tientallen tot enkele honderden kilometers van de bron. Daarbij is vooral de ruwheid van het terrein belangrijk. Een hogere ruwheid (bijv. een bos of een stad) vangt meer ammoniak (en ook stikstofoxiden) af dan een glad terrein.'