Goede ventilatie en dierenwelzijn uitdaging bij stallen met uitloop
„Wat zijn de gevolgen van een suboptimaal klimaat bij leghennen?”, vraagt William de Koning van Veko Ventilatie aan de pluimveehouders tijdens de workshop ‘Zonder optimaal klimaat geen optimale prestatie’ op de thema-avond van Pluimveeweb op 7 februari. „Eigenlijk weten we het antwoord wel. Uitval, pikkerij, de legproductie valt iets tegen, verslechterde voeropname, het eigewicht en de eikwaliteit. Coli is ook een afstraffer als de weerstand van de kip naar beneden gaat. Daar kan klimaat een hele grote oorzaak van zijn, als de kippen een paar nachten goed in de tocht zitten.”
Verkeerde ventilatie kan tocht veroorzaken, maar ventilatie is weer nodig voor zuurstof. Ondanks dat kippen door hun efficiëntere longen minder zuurstof nodig hebben dan mensen. Daarnaast moet ventilatie ook CO2 en vocht afvoeren, de laatste om droog strooisel te behouden. Verder is ventilatie nodig om warmte af te voeren. Goede ventilatie bevordert dierenwelzijn, is de ervaring van De Koning. Vorig jaar was hij in een stal waar er 35 procent uitval was. Dit lag grotendeels aan het stalklimaat. „De inlaatkleppen stonden niet goed en bovenop de volière te hoesten en er werd te veel geventileerd in de nacht, waardoor de kou over de dieren heen stroomde. De weerstand van de kip ging omlaag en tijdens koude nachten kregen de kippen coli en dat sudderde de hele ronde door.”
Beter Leven stallen
Er zijn verschillende manieren om te ventileren. De Koning: „Er wordt veel lengteventilatie toegepast en dat werkt best wel goed. In de afgelopen jaren zijn er echter veel stallen omgebouwd naar Beter Leven. Het probleem dat hierdoor gecreëerd is, is dat de ventilatoren bij de lengteventilatie achterin zitten en als de uitloopschuiven open zijn. Dan zie je dat de achterste afdelingen veel heviger geventileerd worden dan voorin de stal; ver van de ventilatoren. Daar zijn een aantal oplossingen voor, zoals nokventilatoren. Dit wordt de laatste jaren veel meer toegepast, mede door de uitloop en dit zuigt mooie verdeeld over de stal af. Dan zie je dat je ook bij de uitloopschuiven de lucht egaal de stal binnenkomt.”
Fluctuaties
Daarnaast heb je volgende De Koning nog combi- en lengteventilatie. De eerste 30 procent op de nok en daarna ga je naar de achtergevel voor de hevige koeling. Nadeel van inlaat in de nok is dat het goed ingericht moet zijn, anders fluctueert de afzuigcapaciteit teveel. „Vooral wanneer er veel wind is”, vertelt de stalklimaatspecialist verder. „Dan komt de wind over het dak heen en trekt over de ventilatiekoker en gaat de stal als het waren ademen; in en uit. Dit kun je een stuk opvangen door smoorkleppen er in te zetten; liefst met een meetwaaier. Echter, is de groep te groot dan kun je nog steeds problemen hebben en zodra de uitloop open is, wil je ook als het ware de lucht een stukje remmen. Dan krijg je namelijk een schoorsteeneffect en je wilt de warmte van de dag nog steeds in de stal houden, zodat de dieren ’s avonds niet het hele systeem moeten opwarmen. Dat vergt gewoon veel energie van de leghennen.” Voor de toekomst verwacht De Koning problemen met gezondheid en dierenwelzijn als er eventueel verplichting komt dat de uitloop 24 uur open moet staan. Een optimaal stalklimaat, vooral ’s nachts, zal dan zeer lastig zijn. Zeker in de winter als het vriest. Dan gaat de staltemperatuur fors naar beneden. Ook sterke wind zal dan een probleem zijn. „Voor het dierenwelzijn zijn die plannen niet goed.”
Warmtewisselaars
Warmtewisselaars worden ook vaker gebruikt, geeft De Koning aan. Vooral in Food Valley, omdat pluimveehouders bezig zijn met fijnstofreductie. De warmtewisselaar kun je gedeeltelijk voor de ventilatie gebruiken. De warmtewisselaar verwarmt met de warmte van de uitgaande stallucht de koude lucht van buiten om deze vervolgens warmer de stal in te blazen. De Koning: „Wanneer men deze warme buitenlucht op de mestband blaast, mag de inlaattemperatuur niet te koud zijn. Dan kan namelijk de mest condenseren en wordt deze alleen maar natter in plaats van droger. Bovendien komt er dan ook weer meer ammoniak in de stal. De afzuigcapaciteit van de wisselaar kan daarnaast enorm fluctueren door de vervuiling. Je hebt wisselaars die in de winter kunnen gaan condenseren en dan komt er heel veel stof op de platen en dat zorgt voor een soort isolatie. Hierdoor wordt de efficiëntie van de wisselaar drastisch minder. Sommige systemen spoelen dagelijks met heel veel water om de wisselaar stofvrij te maken. Met te weinig water maak je het probleem van koekvorming namelijk erger. Daarnaast zijn er stoffiltersystemen, voordat de lucht de wisselaar ingaat. Dit probleem geldt voor de leg, want bij vleeskuikens worden wisselaars na elke ronde, en dus sneller, schoongemaakt.”
Koude luchtstroom
De meest stallen hebben inlaatkleppen, zoals de kantelklep, gebogen klep of een klep met lamellen. Bij het afstellen van de kleppen adviseert de stalklimaatspecialist dat de inlaatlucht over de kippen heen gaat zonder dat ze dit merkt. „Veel stallen zijn compact gebouwd, bijvoorbeeld een etagestal, waar heel weinig ruimte boven de kip is. Daar zul je naar oplossingen moeten zoeken om de koude luchtstroom goed in de warme stallucht wordt opgenomen zonder dat kip dit voelt. Waar de kippen zitten, zoals op de zitstang, mag je geen luchtstroom voelen. Dat kan een uitdaging in sommige stallen een uitdaging zijn.” Voor de thema-avondbezoekers heeft De Koning rookpatronen meegenomen, zodat ze ‘avonds in hun eigen stal de luchtstroom kunnen controleren.
En ander advies dat De Koning geeft, is om eens goed naar de instellingen van klimaatcomputer te kijken. Zijn ervaring is dat er in veel stallen een behoorlijke winst behalen valt door computer fijner af te stellen. Dat is maatwerk.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Karin van den Barg