Hilko Ellen (WUR) over Fijnstof Emissiereductieproject pluimveehouderij:
'Tweede fijnstofmeting geeft meer zekerheid over emissiefactor'
Bedrijven met emissie-reducerende innovaties vinden het erkenningsproces al jaren te lang duren en te kostbaar. Om het erkenningsproces te versnellen, is het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (PEV) in Barneveld samen met andere instanties zoals Wageningen Livestock Research (WLR) een praktijkproject gestart om erkenning van innovaties te versnellen.
Zo startte in 2017 het fijnstofproject naar brongerichte technieken om de uitstoot van fijnstof uit pluimveestallen te reduceren. In maart 2020 zijn drie beproefde technieken erkend met een reductiefactor. Daarnaast zijn technieken toegevoegd aan bestaande beschrijvingen. De reductie op de fijnstofuitstoot van al deze technieken is echter slechts op één bedrijfslocatie stal gemeten.
Tweede meting
Om meer zekerheid te krijgen over de reductiepercentages vonden vanaf 2021 tweede metingen plaats op pluimveebedrijven. Van drie technieken zijn deze metingen afgerond. „We zijn nu druk bezig met het schrijven van onderzoeksrapporten. Vervolgens beoordeelt de Technische Advies Pool (TAP, voorheen TAC-Rav) onze onderzoeksrapporten en adviseert het ministerie om een emissiefactor vast te stellen. Deze emissiefactor bepalen wij niet”, benadrukt Ellen.
De onderzoeker vertelt woensdag 28 februari op het Emissiereductie Event in Barneveld of de resultaten van de metingen overeen komen met de eerdere metingen. Hij zal daarbij ook ingaan op de gevolgde meetstrategie en het verloop van de metingen.
Ionisatietechnieken
Hierbij gaat het om drie ionisatietechnieken van StaticAir, Smits Agro/VFA en Serutech Agri. Serutech Agri en StaticAir zijn geregistreerd voor vleeskuikenstallen. De techniek van Smits Agro/VFA is nog niet opgenomen in de lijst met emissiefactoren, maar is toepasbaar bij alle soorten pluimvee behalve eenden.
Momenteel vindt er ook een tweede meting plaats aan de ionisatietechniek van Freshlight Agri. „De techniek van Freshlight Agri is getest op een leghennenbedrijf in de Gelderse Vallei. Door de vogelgriepuitbraken in de Gelderse Vallei hebben de metingen aan deze techniek een jaar lang stilgestaan. We zijn in november vorig jaar pas weer begonnen met meten, eerder konden we er niet terecht. Ook als onderzoekers hebben we ons te houden aan het protocol rondom de vogelgriep. De metingen duren nog tot november dit jaar. Vervolgens gaan we het onderzoekrapport schrijven. Daarna beoordeelt de Technische Advies Pool (TAP) ons rapport”, noemt Ellen de nog te doorlopen stappen.
De onderzoeker begrijpt dat bedrijven met emissie-reducerende innovaties het soms frustrerend vinden dat het geruime tijd duurt voordat hun techniek is erkend. „We moeten een jaar lang meten om seizoensinvloeden uit te sluiten. Vervolgens moeten we een onderzoeksrapport schrijven. Veel van onze onderzoekers hebben hun agenda vol, waardoor hier soms vertraging kan ontstaan. De Technische Advies Pool (TAP) heeft vaak ook enige tijd nodig om ons onderzoeksrapport te beoordelen. Ze hebben hier niet direct tijd voor na ontvangst van ons rapport. Hierdoor duurt het soms wat langer voordat een onderzoek naar een emissie reducerende techniek is afgerond en de techniek is opgenomen in de lijst met emissiefactoren”, legt Ellen uit.
Animal Life Plus
Wageningen Livestock Research heeft ook metingen gedaan naar de reductie van de emissie van fijnstof door het vernevelsysteem met microbiologische stalreinigingsvloeistof van Animal Life Plus. Het rapport hiervan is in het eindstadium, geeft Ellen aan. De onderzoeker gaat hier verder op in tijdens het Emissiereductie Event in Barneveld, woensdag 28 februari in Barneveld.
Kom woensdag 28 februari naar het Emissiereductie Event voor het hele verhaal van Hilko Ellen. Bekijk hier het programma en meld je hier aan voor het evenement.