Mobiele kippenkar in trek bij verbreders
Wijgergangs en zijn compaan Stijn van de Bovenkamp zijn sinds zes jaar op de markt met hun mobiele kippenkar. Voor legkippen zijn die er in vijf varianten, van 50 tot 750 kippen. Daarnaast is er ook een voor vleeskuikens.
„Dit is voor boeren een makkelijke manier om het bedrijf te verbreden”, volgens Wijgergangs. Het meest gangbare formaat is de Kippenkar 195, met ruimte voor 195 biologische of 249 vrije uitloop leghennen. De Vleeskar 249 biedt plek aan 249 bio vleeskippen, of opfokleghennen of hanen. „Onder de 250 kippen hoef je geen pluimveerechten aan te kopen, dan geldt het nog als hobbymatige pluimveehouderij.”
135 verkocht
Van de verschillende types kippenkarren zijn er nu in totaal 135 stuks verkocht, zowel in Nederland, België als Duitsland. In Nederland worden ze vrijwel uitsluitend ingezet voor verbreding, maar in België en Duitsland zijn er ook legpluimveebedrijven die volledig draaien op de mobiele karren. En de vraag groeit, mede door de toenemende interesse voor locale voedselproductie in de korte keten.
Wijgergangs: „Vorig jaar hadden we de orderportefeuille gemiddeld zo’n drie maanden vooruit gevuld, maar nu zitten we het hele eerste halfjaar van 2024 al vol.” WijKamp wil dan ook kijken of de productie kan worden opgeschaald.
Kwartier werk per dag
De kippenkar heeft onderin een scharrelruimte met automatische deuren voor de uitloop, en op de bovenverdieping de legnesten, zitstokken, voer- en watersysteem en een mestband. Zonnepanelen en een accu zorgen voor de stroomvoorziening. Kippen controleren en eieren uithalen kost gemiddeld een kwartier tijd per dag. Eens in de week vergt het bijvullen van voer en water, het afdraaien van de mestband en het verplaatsten van de kar naar een vers stuk grasveld circa anderhalf uur. Volgens WijKamp is de investering in een Kippenkar in ruwweg 2,5 jaar terug te verdienen.