Gierst en witte lupine kunnen soja en maïs in pluimveevoer vervangen

In het project ‘Lupi-Millet-Chicken’ analyseerden experts van het landbouwdepartement van de Duitse deelstaat Rijnland-Palts en onderzoekers van de Technische Universiteit van Bingen of deze grondstoffen kunnen worden gebruikt ter vervanging van soja en maïs in pluimveevoer. De onderzoekers van het project , dat door het European Innovation Partnership (EIP) is gefinancierd, ontdekten dat deze grondstoffen kunnen worden gebruikt als alternatief voer en tevens geschikt zijn als alternatieve gewassen voor klimaatadaptatie.

15 procent witte lupine

In voedingsstudies analyseerden de onderzoekers de energie en verteerbaarheid van de grondstoffen, evenals de groeiprestaties van vleeskuikens. Vergeleken met rantsoenen op basis van maïs had het gebruik van gierst (tot 50 procent van het rantsoen) geen negatieve invloed op de voeropname, de diergezondheid of de prestaties. Pluimveevoerrantsoenen met meer dan 15 procent witte lupine resulteerden in een sterk verminderde voeropname en een lagere gewichtstoename. Gebruik in hogere doses wordt de onderzoekers daarom niet aanbevolen.

Larvenmeel

Ook andere regionale componenten als erwten, raapzaadmeel en zonnebloemmeel blijken – met enkele kanttekeningen – geschikt voor toepassing in pluimveevoerrantsoenen. Hetzelfde geldt voor het larvenmeel van de zwarte soldaatvlieg, waarbij deze eiwitbron wordt omschreven als het alternatief met de hoogste potentie. Uit tests is gebleken dat het gebruik van 5 tot 7,5 procent larvenmeel als eiwitbron bij vleeskuikens tot een kwart van de hoeveelheid sojameel kan besparen die gewoonlijk wordt gebruikt.