Nieuwe variant vogelgriepvirus in Renswoude
Op een vrije-uitloopleghennenbedrijf in Renswoude (UT) is zaterdag 11 november hoog pathogene vogelgriep vastgesteld. Dit was de eerste uitbraak sinds juli van dit jaar, waarna op 14 november ook een uitbraak bij pluimvee op een zorgboerderij in Middelie werd vastgesteld, en op 15 november op een kinderboerderij in Zaandijk.
Wageningen Bioveterinary Research onderzocht het virus en toonde aan dat het opnieuw gaat om een hoogpathogeen H5N1-virus. Nader onderzoek naar de genetische samenstelling van het betreffende virus laat zien dat het hier gaat om een nieuwe variant. Het virus heeft een nieuw PB1 segment verkregen door reassortment met een laag pathogeen virus.
„Het virus in Renswoude heeft een nieuwe genetische samenstelling, maar vertoont sterke overeenkomst met het virus dat sinds 2021 vele uitbraken heeft veroorzaakt”, zegt WBVR-onderzoeker Nancy Beerens, hoofd van het nationaal referentielaboratorium Aviaire influenza.
Grote sterfte onder kokmeeuwen
Deze zomer veroorzaakte het H5N1 genotype BB grote sterfte onder kokmeeuwen en andere meeuwensoorten. Deze virusvariant bevat drie stukjes genoom van een H13-meeuwenvirus. De meeuwenvariant veroorzaakte de uitbraak op het legbedrijf in Biddinghuizen op 24 juli, maar veroorzaakte daarna geen uitbraken meer bij pluimvee ondanks het feit dat het virus sterk circuleerde onder meeuwen.
Het virus in Renswoude bevat geen van de drie stukjes genoom van het meeuwenvirus. Sinds november wordt een toename in sterfte van eenden en ganzen gezien. Uit genetische analyses van Wageningen Bioveterinary Research blijkt dat deze dode wilde vogels ook besmet zijn met de nieuwe H5N1 virusvariant met het PB1 segment. Op de website van WBVR staat een overzicht van de vindplaatsen van besmette dode wilde vogels.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Wageningen Bioveterinary Research