Pluimveehouder Gielen over pilot GD en LNV om de bioveiligheid op pluimveebedrijven te vergroten
'Je gaat beter nadenken over de situatie op je eigen bedrijf'
Zijn leghennenbedrijf in Biddinghuizen (FL) kampte nog nooit met vogelgriep. Dat wil hij graag zo houden. Daarom deed hij mee aan de pilot van GD en LNV. In aanvulling op de hygiënecheck van Avined worden er elf extra vragen over (de mogelijke insleep van) vogelgriep gesteld. „Je gaat beter nadenken over de situatie op je eigen bedrijf. Zo ga je nadenken over: waarom is dat zo op mijn bedrijf, of kan ik het misschien anders doen?", zegt Chielen.
Zijn bedrijf ligt in het weidse polderlandschap rondom Biddinghuizen aan het einde van een lange oprit. Het is een gemengd bedrijf, met 44.500 leghennen en 45 hectare akkerbouw. Pluimvee is de hoofdtak van het bedrijf. „De kippen gaan altijd voor. Dat werk moet gebeuren. Elke dag ben ik zo’n vier uur bezig met het eieren draaien en verder is er natuurlijk het onderhoud en de administratie”, zegt Gielen in een interview met de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD).
Hygiënecheck uitgebreid
Onder die administratie zou je ook de Avined-hygiënescan kunnen scharen. Deze vragenlijst is als basis genomen voor de pilot bedrijfsspecifiek bioveiligheidsplan. Begin maart kwamen Gielens eigen pluimveedierenarts Roelof Swart van Demetris DierGezondheid en GD-pluimveedierenarts Willem Dekkers naar Biddinghuizen om samen met Gielen de vragenlijst in te vullen. „We zijn samen over het bedrijf gegaan en hebben de vragen doorlopen”, vertelt de leghennenhouder daarover. „Ze vragen ook waarom je zaken op een bepaalde manier doet, of vertellen waar je op kan letten in verband met vogelgriep. Daardoor ga je er wel over nadenken: waarom is dat zo op mijn bedrijf, of kan ik het misschien anders doen? Het zorgt zeker voor een stuk bewustwording.”
Een goed voorbeeld is een vraag over de oranje zone op het bedrijf, ofwel: kruisen wegen van landvoertuigen de route van materialen/producten/mensen richting de stallen? Gielen: „Landbouwvoertuigen komen bij ons niet in de stal en ik let er zelf goed op dat ik in de stal ander schoeisel aanheb dan buiten op het land. Dat probeer ik ook werknemers en meewerkende familie mee te geven.”
Onmogelijk veranderen
Op de vraag of machines of een kruiwagen die in de pluimveestal komen, eerst worden ontsmet, kan Gielen bevestigend antwoorden. Echter, niet alle vragen kunnen met ja worden beantwoord, zelfs niet na aanpassingen op het bedrijf. „Sommige situaties zijn zoals ze zijn. De vraag of de stallen verder dan 50 meter van een akker vandaan liggen, kan ik nooit met ja beantwoorden, want de stal staat pal naast de landbouwgrond.” Datzelfde geldt voor de vraag of er een strook van 10 meter aan alle kanten rondom de stal vrij en schoon is. Hier wordt vrij van voor plaagdieren en wilde vogels aantrekkelijke materialen en verstopplekken bedoeld. „Nee dus, want er ligt een sloot en een singeltje aan één kant naast de stal. Daar kunnen dieren in zitten. Dat bedoel ik met dat je niet alles van wat er wordt gevraagd, kunt veranderen in de gewenste situatie.”
Andersom geldt dat trouwens ook: sommige situaties op het Biddinghuizense bedrijf zijn van nature zo dat ze minder risico geven op de insleep van vogelgriep. Zo ligt het bedrijf meer dan 500 meter van een weg waarover dagelijks pluimvee wordt vervoerd en vinden er geen verplaatsingen van dieren tussen de stallen via buiten plaats, omdat er maar één stal is.
Winst in bewustwording
Waar volgens Gielen vooral de winst zit, is in de vragen die leiden tot meer bewustwording en eventuele acties om de situatie aan te passen. „Zo heb ik nagedacht over de vraag of ik de nokventilatoren zou moeten afschermen. Maar deze draaien altijd en stoten dus lucht uit naar buiten, volgens mij kan er dan niets binnenkomen. Ventilatoren die niet altijd draaien, hebben al een afsluitende klep.”
„Deze vragenlijst en ook de hygiënescan helpen om daaraan te blijven denken. Weer dat stukje bewustwording dus.”
De grootste eyeopener kwam voor Gielen echter tijdens het rondje (buiten) over het bedrijf met de pluimveedierenartsen. „We kwamen langs de kadaverton en ik vertelde dat ik normaal de kadavers naar buiten breng met de stallaarzen aan. Dat is natuurlijk niet handig. We hebben besproken dat het beter is om eerst de kadavers binnen neer te leggen, buitenschoeisel aan te doen en dan pas naar buiten te lopen om de kadavers in de ton te doen. Het is goed dat ik hierop werd gewezen, om insleep te voorkomen. Nu gaat het er vooral om dat je dit soort dingen blijft doen. Deze vragenlijst en ook de hygiënescan helpen om daaraan te blijven denken. Weer dat stukje bewustwording dus.”
Gielen is van mening dat je veel kan doen om vogelgriep te voorkomen, maar niet alles. „Volgens mij komt er ook gewoon pech of geluk bij kijken. Vorig jaar was er hier vogelgriep in de buurt, daardoor konden wij de nieuwe ronde hennen pas een maand later opzetten."
Lees de complete reportage over leghennenhouder Chiel Gielen op de website van de Gezondheidsdienst voor Dieren.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Gezondheidsdienst voor Dieren
Bron: Gezondheidsdienst voor Dieren