Mestproductie gedaald naar het niveau van 1970
Tot halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw is volgens CLO door de groei van de veestapel de productie van dierlijke mest sterk toegenomen. In 1986 lag de totale mestproductie 39 procent boven het niveau van 1970. Als gevolg van diverse wettelijke regelingen is de productie van dierlijke mest na 1986 weer gedaald. Inmiddels is de totale mestproductie weer terug op het niveau van begin jaren zeventig. Sinds de invoering van de Beschikking Superheffing in 1984 is door inkrimping van de melkveestapel de mestproductie van rundvee met een kwart gedaald.
Verplichte krimp
In de periode 2003 tot en met 2007was de mestproductie vrijwel constant. In de periode 2008 tot en met 2016 werd de mestproductie iets groter dan in de jaren voor 2008. Dit kwam door een toename van het aantal koeien, varkens en kippen. In 2017 en in 2018 daalde de mestproductie door de verplichte krimp van de veestapel. De mestproductie bleef in 2022 vrijwel gelijk aan de productie in 2021.
Sectoren en mestproductie
83 procent van de mest is afkomstig van rundvee. Het aandeel van varkens (12 procent) en pluimvee en overige diercategorieën (5 procent) in de mestproductie is een stuk geringer. Doordat de varkens- en pluimveehouderij niet-grondgebonden zijn (intensieve veehouderij) dragen zij volgens CLO wel in belangrijke mate bij aan het mestoverschot.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: CLO