Productie stikstof en fosfaat in pluimveemest daalt opnieuw
In totaal scheidde de pluimveehouderij 62 miljoen kilogram stikstof uit. De varkenshouderijsector staat op 99,3 miljoen kilogram en de rundveehouderij 315,7 kilogram. Overig vee noteerde een uitscheiding van 20,5 miljoen kilogram. De daling van de stikstof- en fosfaatuitscheiding van varkens en pluimvee komt door de afname van het aantal dieren. Hierdoor is de uitscheiding van stikstof en fosfaat via de mest van varkens en pluimvee in de afgelopen zeven jaar steeds verder gedaald.
Sinds 2017 is de stikstofuitscheiding van de veestapel afgenomen met 45 miljoen kilogram, en de fosfaatuitscheiding met 19 miljoen kilogram. De grootste bijdrage hieraan werd geleverd door de melkveehouderij, vooral door het houden van minder koeien en jongvee.
Fosfaat
Wat betreft de fosfaatuitscheiding ging de pluimveesector omlaagn van 23,2 miljoen kilogram fosfaat naar 22,5 miljoen kilogram. De varkenshouderij daalde met 100.000 kilogram naar 34,4 miljoen kilogram. Rundvee steeg echter van 83,2 naar 86,3 miljoen kilogram. Dat de melkveehouderij minder stikstof maar meer fosfaat produceert, komt onder andere door de samenstelling van het ruwvoer (gras en snijmaïs).
In 2025 tien procent reductie
In 2022 bleef de stikstofuitscheiding in de mest van koeien, varkens, kippen en ander vee 22 miljoen kilogram onder het voor 2022 geldende stikstofplafond van 489,4 miljoen kilogram. Echter, in 2025 wordt het productieplafond aangescherpt tot 440 miljoen kilogram stikstof. Dat betekent dat er over anderhalf jaar 10 procent meer stikstof gereduceerd moet gaan worden.
De fosfaatuitscheiding nam in 2022 toe ten opzichte van een jaar eerder, maar bleef wel onder het nieuwe productieplafond van 150,7 miljoen kilogram. In 2025 wordt het productieplafond verlaagd tot 135 miljoen kilogram fosfaat, tevens een reductie van 10 procent.