WUR: Krimp pluimveesector volgens landbouwakkoord leidt tot 670 miljoen euro verlies
Bij een reductie van 40 procent zal de varkenssector 1,54 miljard euro verlies aan toegevoegde waarde moeten incasseren en de melkveehouder 3,42 miljard euro. De stukken zijn donderdag openbaar gemaakt omdat meerdere Kamerleden daar om hadden gevraagd.
‘Het zijn vooral de toeleverende sectoren die daarbij het grootste absolute verlies lijden’, zo staat in de berekening van de Wageningen University & Research (WUR). Daarmee worden alle bedrijven in de keten bedoeld zoals veevoerbedrijven. Hun verlies kan oplopen tot 3 miljard euro, zo stellen de WUR-onderzoekers Roel Jongeneel en Ana Gonzalez Martinez. Ze stellen daarnaast dat er op basis van deze berekeningen ook een schatting kan worden gemaakt van de gevolgen voor werkgelegenheid, maar dat zij deze niet hebben uitgewerkt.
Toegevoegde waarde
De onderzoekers hebben gerekend met de cijfers van 2019-2020 als basis. In die periode werd 16,11 miljard euro als toegevoegde waarde genoteerd. Als de veestapel met 15 procent krimpt, is die waarde 13,7 miljard euro: een krimp van 2,4 miljard euro. Bij een 20 procent reductie is totale toegevoegde waarde 12,9 miljard euro, bij 30 procent is dit 11,3 miljard euro en een 40 procent krimp betekent een totale waarde van 9,7 miljard euro.
Overschatting verlies
De onderzoekers stellen echter dat het verlies aan toegevoegde waarde wordt overschat. Ze hebben geen rekening gehouden met nieuw werk dat door de krimp van de veestapel kan ontstaan. Daarnaast hebben ze de berekeningen wel het verlies aan inkomen als gevolg van stoppende bedrijven wel meegenomen, maar niet de verandering van inkomen van bedrijven die doorgaan. De maatregelen en ondersteuning vanuit de overheid zijn daarvoor te weinig duidelijk.
670 miljoen verlies
In het geklapte landbouwakkoord stond dat de tafelpartijen uitgingen van een krimp in 2035 van 25 tot 30 procent. Dat betekent daling van een toegevoegde waarde van 16,11 miljard euro naar 12,08 tot 11,28 miljard euro. Voor de varkenshouder is dit van 3,9 miljard euro naar 2,95 tot 2,76 miljard euro. De pluimveehouder daalt van 1,7 miljard euro naar 1,28 tot 1,2 miljard euro en de melkveehouderij van 8,6 miljard euro naar 6,48 tot 6,05 miljard euro. Respectievelijk een verlies van 995 miljoen euro tot 1,14 miljard euro; 420 tot 500 miljoen euro en 2,12 tot 2,55 miljard euro.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: WUR