Kip control
Een, twee doet u mee?
Wist u dat ...
- De lichaamstemperatuur en kwaliteit van de kuikens niet alleen impact hebben op de eindresultaten, maar dat deze twee parameters, vóórdat u gaat sprayvaccineren, ook superbelangrijk zijn?
- Actieve en gezonde kuikens de vaccindruppels enkel optimaal opnemen, wanneer ze zich daarvoor lekker kunnen poetsen en gestimuleerd worden het vaccin bij elkaar op te pikken?
- Wanneer dit niet gebeurt, de sprayvaccinatie niet de gewenste resultaten kan opleveren en dit impact kan hebben op de eindresultaten van uw ronde?
Vijf meetmomenten om uw kuikens te controleren voor een goede start voor een coccidiose sprayvaccinatie
- Check de kuikenkwaliteit en cloacatemperatuur (lichaamstemperatuur van de kuikens) bij de opzet van de kuikens en voor aanvang van een sprayvaccinatie. De cloacatemperatuur dient tussen de 40 - 40,8ºC te zijn*.
- Check direct na de vaccinatie nog een keer de cloacatemperatuur.
Is deze nog steeds goed? - Controleer 4 en 8 uur na opzet nog een keer de cloacatemperatuur*.
- Kijk 6-8 uur na vaccinatie naar de kropvulling*.
- Meet minimaal de eerste 7 dagen na opzet tenminste 1x per dag de cloacatemperatuur van uw kuikens*.
*170329-richtlijn opzet vleeskuikens.
Wist u dat ...
- Uw kuikens de eerste levensdagen de cloacatemperatuur moeilijk op peil kunnen houden?
- Daarom de omgevingstemperatuur van groot belang is?
- Het voor kuikens met een te hoge cloacatemperatuur moeilijker is om deze op de juiste lichaamstemperatuur te krijgen, dan kuikens die een te lage lichaamstemperatuur hebben?
LET OP: Start nooit met vaccineren voordat uw kuikens de optimale temperatuur hebben.
Uit praktijkervaringen blijkt dat de omgevingstemperatuur voor aanvang van de sprayvaccinatie voor de kuikens in een entzone of entbubbel het beste tussen de 28 - 30ºC kan zijn**. Dit is wel afhankelijk van het materiaal waarmee de entbubbel is gemaakt en uw verwarmingssysteem in de stal. Wanneer de gemiddelde kuikentemperatuur te laag is, warm de stal dan voor vaccinatie op.
**Ervaring opgedaan gedurende lange monitoringsperiode bij verschillende vleeskuikenbedrijven.
Wist u dat ...
- Kuikens van jonge moederdieren de eerste levensdagen meer moeite hebben om hun temperatuur op peil te houden dan kuikens van oudere moederdieren?
- Kuikens van jonge moederdieren minstens een week nodig hebben voordat ze hun eigen temperatuur kunnen reguleren?
- Kuikens van oudere moederdieren dit al kunnen tussen de 3 en 5 dagen oud?
Vier handige '1,2 doet u mee' kuikenchecks bij aankomst kuikens en voor coccidiose sprayvaccinatie
1. Check de lichaamstemperatuur (cloacatemperatuur).
Deze dient tussen de 40 - 40,8ºC te zijn.
a. Te warm? Wacht met sprayvaccineren totdat de temperatuur goed is. Indien mogelijk de omgevingstemperatuur verlagen.
b. Te koud? Wacht met sprayvaccineren en verhoog de temperatuur in stal.
2. Pas de omgevingstemperatuur aan als de kuikens een afwijkende temperatuur hebben.
3. Check de kuikenkwaliteit (o.a. navelkwaliteit, afwijkende snavel of pootjes).
4. Check de activiteit door kuikens op hun rug te leggen. Binnen 2 seconden moet het kuiken zichzelf gedraaid hebben naar een normale positie.
Uit verschillende studies blijkt dat bij het beoordelen van de kuikenkwaliteit de afwijkingen in het navelgebied de meest voorkomende afwijkingen zijn. Kuikens zijn daarbij steekproefsgewijs gescoord op verschillende parameters. Bij minimaal 25% tot circa 60% van de kuikens werden de volgende navel- afwijkingen gecontstateerd:
- Afwijkingen in de sluiting en kleur van de navel.
- Uitstekende of achtergebleven vliezen uit- of rondom de navel.
- Restanten van dooiermateriaal in het navelgebied.
Meer informatie?
Kijk op www.my-msd-animal-health.nl/pluimvee of www.my-msd-animal-health.be.
Tekst: MSD Animal Health
Beeld: MSD Animal Health