Adema legt gevolgen van wijziging Wet Dieren bij parlement neer
Beide Kamers namen in 2021 een amendement aan van Kamerlid Leonie Vestering (PvdD) wat als doel heeft dat dieren geen pijn of letsel, of benadeling van welzijn of gezondheid ervaren door de wijze waarop ze gehouden worden. Hierbij moet gedacht worden aan beperkingen van de behoeften van dieren in stallen of het routinematig verrichten van fysieke ingrepen.
Als reactie daarop besloot het kabinet om een convenant dierwaardige veehouderij te ontwikkelen, dat als basis dient voor een wetswijziging, die dan invulling moet geven aan het amendement van Vestering.
Inhoudelijke uitwerking
De deelnemende partijen (Avined, Caring Farmers, Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, Dierenbescherming, Duurzame Zuivelketen, LTO, NAJK en de Producenten Organisatie Varkenshouderij) voerden daarover van november tot maart gesprekken. Deze zijn inmiddels afgerond.
Momenteel werken de partijen aan een inhoudelijke uitwerking van het begrip ‘diergericht ontworpen houderijsystemen’ en de toepassing daarvan voor de vier sectoren die betroken zijn bij de uitwerking van het convenant (kalveren, melkvee, pluimvee en varkens).
Toetsen
Daarvoor zijn verschillende toetsen uitgezet om in beeld te brengen met welke inhoudelijke en randvoorwaardelijke maatregelen de doelen kunnen worden bereikt. Het gaat om een toets of maatregelen richting een dierwaardige veehouderij werken, maar ook een berekening van de economische impact van de maatregelen en een juridische analyse.
Zodra deze toetsen zijn afgerond verwerken de partijen de uitkomsten daarvan in de afspraken, waarmee per sector de concrete maatregelen worden vastgelegd.
Naast het convenant is ook gewerkt aan de wet -en regelgeving voor de verdere ontwikkeling naar een dierwaardige veehouderij. Deze regelgeving heeft als doel een einde te maken aan ingrepen en beperkingen van natuurlijk gedrag die plaatsvinden om dieren in de veehouderij te kunnen houden in een bepaald houderijsysteem of een bepaalde wijze van huisvesting.
Inwerkingtreding nodig
Deze wetswijziging stuurt Adema op korte termijn naar de Kamer, samen met een advies van de Raad van State. In de reactie daarop gaat de minister in op de juridische aspecten ten aanzien van de inwerkingtreding van het amendement en op de wijze waarop de doelstellingen van het amendement zo worden bereikt.
Adema: 'Ik benadruk dat hoewel het amendement bij de behandeling is ontraden door mijn voorganger en niet-uitvoerbaar wordt geacht, dit amendement door beide Kamers is aanvaard en inwerkingtreding daarom is aangewezen.'
Dat besluit bepaalt dat het amendement in werking treedt op 1 juli 2024. 'Ik acht dit helaas noodzakelijk, nu het proces rond de indiening wetswijziging enige tijd meer heeft gevergd dan voorzien. De inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2024 biedt beide Kamers een, weliswaar strakke, maar in beginsel haalbare termijn om deze wetswijziging nog te behandelen voordat het amendement in werking treedt.'