'Broederhaantjes inefficiënt voor vleesproductie'

Wat betreft footprint – gebruik van grondstoffen en CO2-uitstoot – zijn broederhaantjes inefficiënt voor vleesproductie, wijst de Nederlandse biologische pluimveesector, verenigd in Bionext op. Daarnaast ontbreekt het nog aan kennis en ervaring voor het op goede wijze grootbrengen van de haantjes. Dierenwelzijn is hier nog een aandachtspunt. Het feit dat het moeilijk rendabel te maken is om haantjes biologisch te laten opgroeien, draagt daar ook aan bij.

In ovo selectie is op zichzelf een beter alternatief dan het doden van eendagshaantjes, volgens Bionext. Maar de Nederlandse biologische sector is niet onverdeeld over de ethische bezwaren daarvan. Bovendien moet het nog uitkristalliseren hoe de kosten en risico’s hiervan over de keten worden verdeeld.

Bionext is wel van mening dat de biologische pluimveesector ‘een stip aan de horizon’ moet zetten in de kwestie van de broederhanen. Die moet leiden tot een actieve zoektocht naar een pad waarin de omgang met broederhaantjes beter tegemoet komt aan de uitgangsprincipes van biologische productie en maatschappelijk verantwoord kan worden.

Lastig economisch rendabel te maken

Dit bovenstaande standpunt is in 2021 tot stand gekomen op verzoek van de Nederlandse biologische pluimveesector, verenigd in Bionext en in overleg met de brede biologische sector via Biohuis, BioNederland en BioWinkelvereniging, de subverenigingen van Bionext. Hierbij is ook gekeken naar internationale standpunten en ontwikkelingen in horizontale wetgeving en de markt.

Broederhaantjes leggen geen eieren en ze vertonen relatief weinig spierontwikkeling (vleesaanzet). Daarom zijn ze bedrijfseconomisch niet interessant. Het doden van deze eendagshaantjes valt ethisch gezien moeilijk te rijmen met de biologische gedachte en het ondervindt steeds meer maatschappelijke weerstand. Het laten geboren worden van de haantjes en vervolgens grootbrengen lijkt het best te passen binnen de ethische beginselen van biologische landbouw.

Uit oogpunt van efficiënte grondstofbenutting is het echter minder gewenst, want de haantjes hebben veel voer nodig voor hun vleesproductie. Vleeskuikens kunnen dat veel efficiënter. Bovendien is het grootbrengen van broederhaantjes daardoor moeilijk economisch rendabel te maken.

'Allesbehalve duurzaam'

Pluimvee-econoom Peter van Horne van Wageningen Economic Research noemde het opzetten van broederhaantjes in 2021 en 2022 al allesbehalve duurzaam. Hij sluit zich hierbij aan bij de biologische pluimveesector. „De voederconversie van leghaantjes ligt op circa 3,5. Die van reguliere vleeskuikens slechts op 1,50. Leghaantjes voer je dus goede grondstoffen die je beter aan vleeskuikens kunt voeren, omdat die veel efficiënter met voer omgaan”, motiveert Van Horne.