Europese Commissie geeft groen licht voor vaccinatie tegen vogelgriep
Met dit besluit harmoniseert de Europese Commissie de regels voor vaccinatie, zoals die nu ook al bij Newcastle Disease en Afrikaanse varkenspest (AVP) worden toegepast. In het kader van de vogelgriep zullen specifieke regels voor vaccinatie worden ingevoerd wanneer deze worden gebruikt als maatregel om de ziekte te beheersen of te voorkomen. Hierdoor kunnen dieren en producten veilig worden vervoerd vanuit gebieden waar is gevaccineerd.
Stella Kyriakides , Europees commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid. reageert op het besluit: „In het licht van de ernstigste uitbraak in de recente geschiedenis in de EU, staat de strijd tegen de vogelgriep bovenaan onze prioriteitenlijst. Deze uitbraken brengen enorme schade toe aan deze landbouwsector en belemmeren de handel. De gepresenteerde regels zullen een harmonisatie mogelijk maken van het gebruik van vaccinatie om de verspreiding van de ziekte te voorkomen of te beheersen en zullen voorwaarden stellen om het verkeer van gevaccineerde dieren en hun producten mogelijk te maken."
Deze nieuwe regels zijn in overeenstemming met de internationale normen van de Wereldorganisatie voor diergezondheid en houden rekening met nieuw beschikbare wetenschappelijke kennis en de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van de bestaande regels van de Unie.
Voorwaarden
De wet- en regelgeving is inmiddels gepubliceerd in het Publicatieblad en treedt op 12 maart in werking. In dat document staan ook de voorwaarden. Zo mag er geen levend vogelgriepvaccin gebruikt worden (vaccins die levende aviaire-influenzavirus bevatten). Bij de bedrijven waar noodvaccinatie is uitgevoerd omdat ze bij een besmet bedrijf in de buurt liggen, moeten om de twee weken monsters genomen worden; een veldonderzoek. Maximaal vijf procent van de dieren mag dan besmet zijn met vogelgriep.
Na het begin van de vaccinatie moet een dierenarts om de dertig dagen controles op het desbetreffende pluimveebedrijf uitvoeren om te controleren of vogelgriep wel of niet aanwezig is. Dit gebeurt door middel van controle van de productie- en gezondheidsgegevens en door een veldonderzoek. Ook moeten er monsters genomen worden, waarbij er hetzelfde betrouwbaarheidsniveau van 95 procent wordt aangehouden.