Kabinet neemt fijnstofreductieplan pluimveesector voor een groot deel over
In dat jaar moeten stallen aan de nieuwe eisen voldoen, maar het eerste richtjaar is 2028. Voor bestaande stallen geldt in 'hotspots' een overgangstermijn tot 2028 en daarbuiten tot 2030. De aangescherpte eis geldt per bedrijfslocatie (ook met meerdere stallen) en uiteindelijk moet per 2033 elke individuele stal aan de nieuwe emissiegrenswaarden voldoen.
De sector kwam zelf met een plan toen de overheid in 2017 met strengere wetgeving dreigde te komen. Het plan is tot stand gekomen met medewerking van vertegenwoordigers van provincies, gemeenten, omgevingsdiensten, GGD, pluimveehouders en wetenschappers.
Pluimveedichte gemeenten
De definitie van hotspots wordt gebaseerd op de door het RIVM opgestelde lijst van pluimveedichte gemeenten. 'Hierin is voor gemeenten ruimte voor maatwerk voor individuele gevallen', schrijft CDA-staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer.
Heijnen kan niet alle wensen van de belangenbehartigers inwilligen. Zo is het volgens haar juridisch onmogelijk om de sector de toezegging te doen na 2033 nog eens nieuwe regels op te leggen over het reduceren van fijnstof.
Geen juridische status
De doelstelling van de sector wordt leidend, maar een belangrijk handvat (het Fijnstof Emissie Plan) voor bedrijven in een hotspot krijgt geen juridische status. In het plan van LTO/NOP en NVP: 'Het opstellen van de FEP’s is een essentieel onderdeel van het sectorplan fijnstofreductie pluimvee. Het invullen van het FEP aan de keukentafel, met persoonlijke aandacht en uitleg, zal naar verwachting leiden tot meer draagvlak en meer bereidheid tot het werkelijk doorvoeren van aanpassingen op het bedrijf.'
Heijnen geeft de nieuwe wet de komende tijd verder vorm, schrijft ze in de kamerbrief. Inmiddels loopt er al een pilot met het sectorplan in de regio Foodvalley (Gelderse Vallei en omstreken).