WUR onderzoekt andere aanpak van wormen bij leghennen
Leghennenhouders gezocht voor deelname aan praktijkonderzoek wormbeheersing
Zij leidt het onderzoek samen met Monique Bestman, onderzoeker veehouderij bij het Louis Bolk Instituut. De pluimveehouders die nu deelnemen aan het praktijkonderzoek zijn overwegend biologische leghennenhouders, geeft Van Niekerk aan. Deze biologische leghennenhouders nemen deel omdat de nieuwe EU-regeling een wachttermijn voor Flubendazol en andere chemische ontwormingsmiddelen ingesteld heeft. „Ze zijn daardoor zeer gemotiveerd om een oplossing te vinden voor dit probleem. Het zijn doorgaans ook pluimveehouders die al bezig zijn met alternatieve middelen”, legt Van Niekerk uit.
Avined, één van de opdrachtgevers van het onderzoek, geeft echter aan het onderzoek ook moet plaatsvinden bij een groot aantal vrije uitloop leghennenhouders. „Deze leghennenhouders zijn lastig te overtuigen om deel te nemen aan het onderzoek omdat er voor hen geen urgentie is andere ontwormingsmethoden te gebruiken. Ze mogen zonder wachttermijn ontwormingsmiddelen gebruiken. Dat verandert in de toekomst hoogstwaarschijnlijk, maar nog niet op korte termijn”, licht Van Niekerk toe. „We zoeken dus bedrijven die regulier ontwormen en bedrijven die met alternatief ontwormen.”
Meedoen
WLR zoekt dus nog leghennenhouders die willen deelnemen, zoals leghennenbedrijven met scharrel- of volièresystemen met of zonder buitenuitloop. Aanmelden kan bij Thea van Niekerk via thea.vanniekerk@wur.nl.
Naar een duurzame aanpak van wormen bij leghennen
Wormbesmettingen op legbedrijven worden doorgaans aangepakt met chemische bestrijdingsmiddelen. „Voor een duurzame veehouderij is het gebruik van deze middelen minder gewenst, omdat het altijd een risico op residuen geeft en ook het bodemleven in uitlopen en oppervlaktewater kan aantasten. De vraag is echter hoe je wormen de baas kunt zonder of met veel minder gebruik van chemische middelen”, zegt onderzoeker Thea van Niekerk van Wageningen Livestock Research (WLR).
Ontwormen leidt niet altijd tot minder wormen
Uit eerder onderzoek komt naar voren dat koppels waar frequente chemische bestrijding toegepast wordt, lang niet altijd lager in wormbesmettingen zitten dan koppels waar deze middelen minder gebruikt worden. Er speelt dus meer. Hygiëne en natuurlijke weerstand van de hennen zijn belangrijke factoren, geeft Van Niekerk aan.
Vanwege de wachttermijn die voor chemische wormbestrijding geldt voor de biologische sector, is de interesse in alternatieve middelen daar groot. Een dergelijke stok achter de deur ontbreekt weliswaar voor reguliere bedrijven, maar de verwachting is dat ook daar het gebruik van chemische middelen in de toekomst met beperkingen te maken krijgt. De werkzaamheid en toepassing van veel alternatieve middelen is nog onbekend of onvoldoende onderzocht.
Onderzoek naar oorzaken en alternatieven
Wageningen Livestock Research (WLR) is dit jaar samen met het Louis Bolk Instituut (LBI), het Poultry Expertise Centre (PEC), diverse dierenartsenpraktijken, voerleveranciers en de eierhandel een onderzoek gestart om meer zicht te krijgen in factoren die van invloed zijn op de mate waarin wormbesmettingen optreden. Daarbij is het de bedoeling om de wormbesmettingen op 100 legbedrijven te monitoren via wormeitellingen in de mest. De uitslagen worden gelinkt aan de technische resultaten en het management. De toepassing van chemische en natuurlijke bestrijdingsmiddelen evenals weerstand verhogende middelen worden hierbij nadrukkelijk meegenomen. Daarnaast worden ook de diverse hygiënemaatregelen tijdens en tussen legrondes worden in kaart gebracht.
Uit deze gegevens is het de bedoeling om oorzaken te vinden voor het gegeven dat wormbesmettingen op het ene bedrijf meer een probleem vormen dan op het andere bedrijf. Bij het koppelen van alle informatie wordt ook gekeken welke parameters gebruikt kunnen worden om de mate van wormbesmetting te voorspellen. In dat kader wordt onder anderen de eikwaliteit onderzocht.
Handvatten voor de pluimveehouder
Uiteindelijk zal dit project moeten leiden tot een praktische lijst van managementstrategieën die de pluimveehouder bruikbare handvatten geeft om de wormbesmetting op zijn bedrijf tot een minimum te beperken met zo min mogelijk gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
Dergelijke strategieën bestaan uit een combinatie van preventie, monitoring van een aantal zaken en ingrijpen met alternatieve en/of chemische middelen bij een bepaalde drempelwaarde van wormeitjes en/of in combinatie met gezondheids- of productiekenmerken. Een eerste indruk van welke natuurlijke middelen effect hebben, zal ook uit dit project naar voren kome, geeft Van Niekerk aan.
Meedoen?
Er is nog plaats voor nieuwe deelnemers aan het onderzoek zoals bedrijven met scharrel- of volièresystemen met of zonder buitenuitloop. Aanmelden kan bij Thea van Niekerk via thea.vanniekerk@wur.nl.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Agrio archief
Bron: Wageningen Livestock Research