Luchtinlaat is mogelijke insleeproute vogelgriep
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/06/11/921/windbreekgaasbeekagri.-detail.jpg)
Pluimvee kan besmet raken met vogelgriepvirus als er direct of indirect contact is met uitwerpselen of andere secretieproducten van besmette wilde vogels of ander besmet pluimvee. De geldende ophokplicht voorkomt direct contact tussen gehouden pluimvee en besmette wilde vogels of een besmette omgeving. Hoe het pluimvee ondanks bioveiligheidsmaatregelen van de pluimveehouder en de ophokplicht toch in enkele gevallen besmet raakt, is onduidelijk. Er zijn verschillende introductieroutes denkbaar; een daarvan is via de lucht door de luchtinlaat van pluimveestallen.
In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid onderzocht Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad in samenwerking met de Universiteit Utrecht (Faculteit Diergeneeskunde en Institute for Risk Assessment Science/IRAS) het transport van mogelijke dragers van het virus door de luchtinlaat van een pluimveebedrijf.
Waarnemingen
Op een recent besmet vleeskuikenbedrijf en legpluimveebedrijf is, na ruiming en verschillende schoonmaak- en ontsmettingsrondes, bij 18 luchtinlaten per stal door WBVR een ventilatiekap over het inlaatventiel geplaatst. Daaraan is ook een fijngaasnet bevestigd (zie foto). De ventilatie werd in werking gesteld alsof er pluimvee aanwezig was. Met het fijngaasnet werden wilde vogelveertjes, plantmateriaal, spinrag, plastic, wol en mestmateriaal opgevangen.
Daarnaast is een videocamera-monitoringsysteem geïnstalleerd door WBVR. Hiermee werd bezoek van wilde vogels aan de omgeving van de stal vastgelegd.
Bevindingen
De inhoud van de fijngaasnetten werd op beide pluimveebedrijven in de periode januari – maart 2022 gedurende in totaal 25 dagen om de 5 dagen geoogst. De fijngaasnetten werden ook geswabd met een stofdoekje. Binnengekomen materiaal, stofdoekje en gevangen insecten werden getest op influenzavirus, Campylobacter en Salmonella. De insecten werden ook getest op Schmallenberg-, West Nile- en Usutu-virus.
De onderzoekers vonden kleine hoeveelheden materiaal in de netten. Dit varieerde van kleine stukjes plant- en/of gewasmateriaal, stukjes plastic en papier, tot wol en spinnenweb. Er werden geen veertjes of uitwerpselen van wilde vogels waargenomen. Spinrag en plantaardig materiaal werden het meest waargenomen: gemiddeld ongeveer 1 tot 2 spinnenwebben of plantaardig materiaal per luchtinlaat per 5 dagen opvangperiode. De variatie in de hoeveelheid materiaal die door de verschillende luchtinlaten binnenkwam, was echter groot. Tijdens een incidentele storm met harde wind kunnen grote hoeveelheden materiaal via de luchtinlaten aan de windgerichte zijde in de stal terechtkomen.
Geen virus aangetroffen
Alle geteste materiaalmonsters waren negatief in de PCR-test voor influenzavirus en Salmonella. De insecten zijn negatief getest op Schmallenberg-, West Nile- en Usutu-virus. Er zijn aanwijzingen gevonden voor insleep van Campylobacter via de luchtinlaat. Het gebied op korte afstand (tot 10 m) van pluimveestallen werd regelmatig bezocht door wilde vogels: Merel, Zwarte Kraai, Mantelmeeuw, Scholekster en Wilde Eenden.
Vervolg
Het onderzoek geeft aan dat grove deeltjes en insecten - die mogelijk besmet kunnen zijn met HPAIv of andere ziekteverwekkers - de luchtinlaten van pluimvee kunnen binnendringen met de lucht. „Daarom is het verstandig om deze potentiële introductieroute te beperken”, aldus WBVR-onderzoeker Armin Elbers. Meer onderzoek is echter nodig om te begrijpen hoe dit op een juiste manier kan worden uitgevoerd. „Het gebruik van windbreekgaas kan mogelijk een bijdrage leveren aan het beperken van deze introductieroute”, verwacht Elbers. Hij kent een bedrijf dat enkele jaren geleden al windbreekgaas installeerde na een besmetting met vogelgriep. „Dat bedrijf is ook nu toch weer besmet geraakt, waarbij het aannemelijk is dat dit is gebeurd via aangevoerde lucht via de luchtinlaat. Windbreekgaas is dus niet zaligmakend.” Een goed alternatief is volgens Elbers het gebruik van een geautomatiseerde laser. „Met de laser maak je de omgeving rondom de pluimveestal onaantrekkelijk voor bezoekende wilde vogels.”
Extra verdedigingslinie
Piet Faber, vermeerderaar in Nijerberkoop (FR) en voorzitter van de stuurgroep Vermeerdering LTO/NOP-NVP, adviseerde al langer om vooral windbreekgaas te installeren. „Met windbreekgaas zijn veren tegen te houden en kun je een besmetting voorkomen, Als pluimveehouders hebben we de insleep bij de deur goed geregeld. Voor het voorkomen van insleep via de ventilatie hebben we nog niets geregeld. Ik zie dat als een extra verdedigingslinie.” De uitbraken van dit jaar laten ook zien dat bedrijven niet zomaar via de lucht besmet raken.
De onderzoekers hebben over hun bevindingen gepubliceerd via het wetenschappelijk artikel 'Monitoring wind-borne particle matter entering poultry farms via the air-inlet: highly pathogenic avian influenza virus and other pathogens risk' in het tijdschrift Pathogens.
![Foto van Monique van Loon](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/01/76/173/monique-van-loonjsmeets_uitsnede.150x150.jpg)
Tekst: Monique van Loon
Monique van Loon – van Duijnhoven is opgegroeid op een pluimveebedrijf met vleeskuikenouderdieren in Brabant. Monique heeft na haar opleiding aan de Hogere Agrarische School in Den Bosch ruim twintig jaar in het pluimveebedrijfsleven gewerkt als bedrijfsadviseur en communicatiespecialist pluimvee. In 2010 startte ze haar bedrijf AgriContent met als specialisme pluimvee. Ze denkt mee met de redactie en schrijft als freelancer voor Pluimveeweb.
Beeld: Beek Agri
Bron: Wageningen Bioveterinary Research