DGF-heffing tot zeven keer zo hoog in 2023

Door de hoge bestrijdingskosten vanwege de vele vogelgriepuitbraken gaat de DGF-heffing voor pluimveehouders in 2023 en 2024 flink omhoog. Dat is te lezen in de Staatscourant, waar de definitieve DGF-tarieven voor 2023 staan. De tarieven werden in april al aangekondigd via een zogeheten internetconsultatie en zijn niet veranderd.

DGF-heffing van 3.000 naar 22.000 euro

Een leghennenhouder met 100.000 scharrelhennen betaalt volgend jaar maar liefst 22.009,70 euro aan het DGF. Dat is bijna zeven keer zoveel dan dit jaar waar hij 3.178 euro aan het DGF moest bijdragen.

Voor een leghennenhouder met vrije uitloop hennen is de heffing vijfenhalf keer hoger. Voor een gemiddeld vrije uitloop leghennenbedrijf met 55.000 vrije uitloop hennen stijgt de heffing van 3.467,93 euro naar maar liefst 18.967,80 euro in 2023.

Een reguliere vleeskuikenhouder betaalt ruim zes keer zoveel heffing. Een vleeskuikenhouder met 100.000 reguliere vleeskuikens moet 987,60 euro betalen per ronde ten opzichte van 157,80 euro dit jaar. Indien een vleeskuikenhouder 7,5 rondes per jaar opzet betaalt hij dus 7.407 euro DGF-heffing per jaar terwijl hij bij 6,5 rondes per jaar 6.419,40 euro per jaar betaald.

Enorme kostenpost

De hogere DGF-heffing is een enorme kostenpost voor pluimveehouders. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne zijn de voerkosten en energiekosten voor pluimveehouders ook al flink hoger. De hogere DGF-heffing zet de marges voor pluimveehouders onder druk.

De hoogte van de DGF-heffing wordt ieder jaar in het voorjaar bepaald op basis van de actuele situatie en de verwachting voor de komende periode. Vorig jaar leidde dit tot lagere tarieven. Dit voorjaar waren er meerdere vogelgriepgevallen waardoor de tarieven flink stegen.

DGF-heffing blijft hoog

Pluimveehouders betalen ook in 2024 een hoge DGF-heffing. De pluimveesector sloot in 2019 met overheid een overeenkomst over het Diergezondheidsfonds voor de periode 2020 tot en met 2024. Hierin is afgesproken dat de sector in die vijfjaarlijkse periode maximaal 30 miljoen euro bijdraagt aan de bestrijding van vogelgriep. Het merendeel daarvan moet in 2023 en 2024 betaald worden.

Het ministerie van LNV betaalt de bestrijdingskosten van vogelgriep als het maximumbedrag van 30 miljoen is overschreden, wat nu het geval is.

Ruim 44 miljoen euro

Vorig jaar is 5,8 miljoen euro uitgegeven aan de bestrijding van vogelgriep. In de eerste acht maanden van dit jaar al 26,2 miljoen euro. Op basis van het aantal geruimde bedrijven, tot en met 4 oktober, bedragen de verwachte kosten voor de vogelgriepbestrijding dit jaar ruim 44 miljoen euro.

D66-Kamerlid Tjeerd de Groot stelde vorige week in de Tweede Kamer voor om de sector meer te laten bijdragen aan de bestrijding van vogelgriep. De pluimveesector is het hier niet mee eens en wijst naar de overeenkomst over het DGF die de sector en de overheid in juni 2019 sloten. Landbouwminister Piet Adema ziet dat ook zo en wil zich hier dan ook aan houden.

Voor de periode 2025 tot 2029 moeten de pluimveesector en de overheid een nieuwe overeenkomst tekenen over het DGF. Voor LTO/NOP en NVP is het zaak dat het DGF betaalbaar blijft voor pluimveehouders. Hierbij is het een nadeel dat de kosten van vogelgriepbestrijding ondertussen alleen dit jaar al boven het vijfjaarlijkse plafondbedrag van 30 miljoen euro uitkomen. De pluimveesector zet in op vaccinatie tegen vogelgriep. Hopelijk is vaccinatie snel mogelijk en werkt het naar wens waardoor de bestrijdingskosten van vogelgriep flink afnemen.