Vier personen uit Polen aangehouden na miljoenenfraude met vetten
In de Poolse pluimveehouderij worden bepaalde vetten aan het voer toegevoegd om te zorgen voor hogere groei en een betere opname van voedingsstoffen. Deze vetten moeten onder bepaalde omstandigheden geproduceerd worden en gecertificeerd zijn voor dierlijke consumptie.
Een Pools bedrijf van een echtpaar met twee werknemers importeerde oliën uit onder andere Oekraïne, Rusland en Maleisië om zo kosten te besparen. Daarbij verklaarden ze dat het zogenaamde technische vetten waren, bedoeld voor de productie van brandstof. Daardoor hoefde het bedrijf niet aan veterinaire controles onderworpen te worden. Deze oliën werden vervolgens verkocht aan bedrijven uit de diervoeder- en vleesindustrie, waarbij papieren werden vervalsd. Uit onderzoek blijkt dat de inkopende partijen geen vetten bij het frauderende bedrijf zouden inkopen, als ze echt wisten dat het technische vetten waren.
Omdat de technische olieën schadelijk kunnen zijn voor dieren en mensen, is het echtpaar met de twee werknemers aangehouden. De vier worden nu verdacht van fraude ten nadele van bedrijven in de diervoedersector en pluimveebedrijven.
35,28 miljoen
Het parket in Szczecin is van mening dat het echtpaar en haar twee werknemers hebben gehandeld in een georganiseerde criminele groep die zich schuldig heeft gemaakt aan fraude ter waarde van 170 miljoen zloty. Dit komt neer op 35,28 miljoen. De Poolse nieuwssite Wirtualna Polska meldt dat de praktijk mogelijk al sinds 2017 aan de gang is, maar dat de beschuldigingen voorlopig alleen betrekking hebben op de periode vanaf januari 2020. Het stel heeft zelf ook al schuld bekend, maar stelt dat de technische vetten niet goedkoper waren en voedingsvetten en niet meer schadelijke stoffen voor mensen en dieren bevatten. Het echtpaar beweert dat het competitief wilde zijn op de markt. Daardoor hoefde ze niet te wachten op de veterinaire controles aan de grenzen.
Gevolgen pluimveesector
Polen is de grootste pluimveevleesprodcent van Europa. Sommige marktdeskundigen vrezen dat het 'voerschandaal' schadelijk kan zijn voor de Poolse pluimveesector, die al onder druk staat door de hoge graanprijzen. „Sommige buitenlandse markten zijn erg gevoelig voor kwesties met betrekking tot de veiligheid van Pools voedsel. Negatieve berichtgeving kan een argument zijn om de kwaliteit in twijfel te trekken. Dit kan daardoor een negatieve impact hebben op de Poolse export", stelt Mariusz Dziwulski, een landbouwanalist bij PKO BP bank.
De minister van Landbouw, Henryk Kowalczyk, verzekerde echter dat er geen zorgen hoeven te zijn over de veiligheid van Pools pluimveeproducten. „De veterinaire dienst heeft systematisch de kwaliteit van het voer gecontroleerd en van de meer dan 300 monsters die per jaar worden genomen, zijn geen sporen van gevaarlijke stoffen gevonden", zei hij.Maar in navolging op de recente onthullingen voegde hij eraan toe dat er aanvullende inspecties zouden worden uitgevoerd van zowel pluimveevlees als voer.