Ontwormen biologische pluimveebedrijven belangrijk aandachtspunt
Wachttijd medicijnen aangepast
De wachttijd wordt het aantal dagen wachttijd dat geldt voor het medicijn plus 48 uur. De eieren mogen tijdens de periode van inzet niet afgezet worden als biologisch. Bij de inzet van Flubendazol met een wachttijd van 0 dagen voor eieren geldt het volgende: 7 dagen inzet medicijn + 2 dagen (48 uur) = totaal 9 dagen dat de eieren niet afgezet mogen worden als biologisch.
Hoe bepaalt u de wormdruk op uw bedrijf?
Om de aanpak voor de wormenbestrijding te bepalen, moet u eerst weten wat de wormdruk is. Dit kan via sectie of via een mestmonster. Het nadeel van sectie is dat het hele koppel beoordeeld wordt op basis van een paar dieren. Bovendien is de haarworm lastig waar te nemen. Bij een mestmonster is het volgen van het juiste protocol een aandachtspunt. De lintworm is niet waar te nemen via een mestmonster. Bij het mestmonster wordt de wormdruk op basis van het aantal eieren per gram mest (EPG) aangegeven. Let bij een mestmonster op de prepatente periode. Dit is de periode tussen de infectie van de gastheer en de uitscheiding van wormeieren door de gastheer.
Regelmatig monitoren voor een goede aanpak
Vaak monitoren is een must voor een goede aanpak. Het advies is om tot 30 weken elke 2 à 3 weken een mestmonster te nemen en vanaf 30 weken elke 4 weken. In de periode tot 30 weken kan het mestmonster ook gebruikt worden om de coccidiosedruk te bepalen.
Het juiste moment om te behandelen
Toen er geen wachttijd voor ontwormen was, werd er geadviseerd om te behandelen bij een wormdruk van >200 EPG van de spoelwom, >50 EPG van de haarworm en bij aanwezigheid van de lintworm. Door de hoge kosten wordt het ontwormen vaak uitgesteld. De gezondheid van de hen en de technische resultaten moeten dan wel extra in de gaten worden gehouden. Er kunnen ook fytogene producten ingezet worden om de behandeling uit te stellen. Deze producten bevatten actieve stoffen uit planten waar geen wachttijd voor geldt. Deze producten verminderen de wormdruk door ondersteuning van de darmgezondheid en het beschadigen van de wormen en hun voortplantingsorganen. In de praktijk zien we dat de wormdruk stabiel blijft of zelfs verlaagd kan worden met inzet van fytogene producten.
Welke wormen zien we vooral bij pluimvee?
Bij wormonderzoek bij pluimvee zien we de laatste jaren voornamelijk de grote en kleine spoelworm, de haarworm en een klein aantal gevallen lintworm.
Grote en de kleine spoelworm*
Spoelwormen (zie foto) leven in de ingewanden van de kip. Hier doen zij zich te goed aan het halfverteerde voedsel dat voor de kip bestemd is. Daarnaast irriteren ze de darmwand wat een negatief effect kan hebben op de spijsvertering. De eieren van de wormen worden tegelijk met de uitwerpselen van de vogel afgevoerd. De niet opgepikte eieren houden nog maandenlang hun besmettingsvermogen.
Verschijnselen: gewichtsverlies, productiedaling, daling eischaalkwaliteit, diarree en bloedarmoede.
Haarworm*
Haarwormen zijn ongeveer 1 cm lang en zo dun als een haar. De wormen hechten zich aan het darmslijmvlies en veroorzaken daardoor meer plotselinge en veel ernstigere verschijnselen dan spoelwormen. Besmetting vindt plaats door opname van eieren die in de uitwerpselen van besmette dieren zitten. De niet-opgenomen eieren houden nog lang hun besmettingsvermogen.
Verschijnselen: bloederige diarree, bloedarmoede, gewichtsverlies, legdaling en daling van het uitkomstpercentage.
Lintworm
Deze wormen hechten zich met de kop aan de darmwand en kunnen schade aan de darm veroorzaken. Lintwormen kunnen zich alleen vermenigvuldigen via een tussengastheer. Pak daarom niet alleen de worminfectie aan, maar ook de tussengastheren, zoals de tempexkever en vliegen.
Verschijnselen: zwakte, vermagering en legdaling.
*Bron: Parasitaire wormen bij biologische leghennen (Goaitske Iepema, Jan-Paul Wagenaar en Monique Bestman).
Meer informatie
Neem dan contact op met Henno van den Bruinhorst, 06-55334277 of Jeffrey de Rooij, 06-30638386.