LTO/NOP: Frees stoppelland nabij pluimveebedrijven na oogst zo snel mogelijk
Daarmee worden graanresten die op het land zijn achtergebleven snel ondergewerkt. Dat voorkomt dat bijvoorbeeld grote groepen ganzen naar die percelen gaan en in de omgeving van pluimveebedrijven rondvliegen. Wilde vogels kunnen drager zijn van het vogelgriepvirus en vormen daarmee een risico voor insleep van vogelgriep op pluimveebedrijven. De pluimveesector doet er alles aan om het vogelgriepvirus buiten de deur te houden. Ook dit kan daaraan bijdragen, volgens LTO/NOP.
„We hebben in alle appgroepen naar LTO-leden gestuurd om daar waar mogelijk stoppelland na de oogst zo spoedig mogelijk onder te frezen”, zegt LTO/NOP-voorzitter Kees de Jong. „Soms willen akkerbouwers eerst mest toedienen op een perceel voordat ze het land frezen. Dan duurt het wat langer, maar hoe eerder een land wordt ondergewerkt hoe beter.”
De LTO/NOP-voorzitter krijgt verontrustende verhalen van pluimveehouders dat er momenteel veel ganzen in uitlopen rondom pluimveestallen zitten. „In gebieden waar de ophokplicht nu nog steeds geldt, staat er nu veel groen in de uitlopen omdat de kippen er al heel lang niet in hebben kunnen scharrelen. Andere percelen rondom die bedrijven zijn in het voorjaar en de zomer natuurlijk gemaaid of beweid waardoor er minder voedsel voor de ganzen is. Ganzen vlakbij pluimveestallen wil je niet”, zegt De Jong. „We moeten elke vogel als risicovol zien”, volgens hem. Hij adviseert leghennenhouders uitlopen regelmatig te maaien om ze zo onaantrekkelijker te maken voor wilde vogels.