Opinie: Stikstof; werk aan de winkel, voor iedereen
Hoe anders had het kunnen lopen als de landelijke overheid samen met de boeren tot een plan was gekomen. Hiertoe zijn vanaf 2019 door de sector meerdere pogingen gedaan. Ik ben ervan overtuigd dat een plan, aangeboden door de sector zelf en onder regie van de sector in de komende jaren uitgevoerd, leidt tot een beter resultaat dan het bovenaf afdwingen van een bepaalde (nog hogere) reductie.
Het kan en moet echt anders, willen we althans als Nederland uit deze impasse komen. Luisteren naar de boeren (en er ook echt iets mee doen). Perspectief bieden aan de boeren. Maatwerk leveren, dus bijvoorbeeld ook kijken naar inspanningen die veehouders al geleverd hebben. Weg van het ‘wij-zij’ denken. We moeten het samen doen: met de boeren, de periferie, de provincies, gemeenten, bouw- en natuurorganisaties, andere uitstoters van stikstof en de burgers. Met oog voor ieders belang en respect voor elkaar. Loze kreten? Ik doe in dit artikel ook wat suggesties.
Zin en onzin
Ik ga hier niet uitgebreid in op de ‘zin en onzin’ over stikstof. Daar is deze gehele editie van de (door mij zeer gewaardeerde) Barneveldse Krant te klein voor. Het aantal publicaties dat hierover afgelopen jaren verschenen is, is niet bij te houden. Ik ken geen ander onderwerp waarbij sprake is van zoveel tegenstrijdige conclusies, voortkomend uit wetenschappelijke publicaties, geschreven door goed opgeleide, intelligente mensen. Het voelt niet goed dat er momenteel nog bijna dagelijks discussies gaande zijn over: op welke afstand van de bron ammoniak of stikstofoxiden neerslaan op de grond. Lijkt mij toch heel wezenlijk voor de interpretatie van de uitstoot bij de bron (emissie). Het voelt niet goed dat er nog steeds een discussie gaande is over de aanwijzing van te veel Natura 2000 gebieden en over de hoogte van de zogenaamde KDW (Kritische Depositie Waarde) en of die wel in de wet thuishoort.
Gezien al die tegenstrijdigheden en onduidelijkheden, heb ik moeite met het plaatsen van het huidige stikstofplan. Ben ik daarmee een stikstofontkenner? Nee, dat ben ik niet. Ik ben ook niet tegen verandering. Maar ik heb wel twijfels en die zouden mijns inziens, naast Tweede Kamerlid Caroline van der Plas van BoerBurgerBeweging, meer politici moeten hebben. Maar de constatering dat we in ons kleine kikkerlandje veel stikstofdioxiden en ammoniak uitstoten en dat de veehouderij het overgrote deel van de ammoniak voor zijn rekening neemt, is voor mij een gegeven.
Als er dan een plan voor stikstofreductie moet komen, zijn niet alleen de vragen ‘door wie’, ‘hoeveel’, ‘waar’ en ‘in welk tempo’ belangrijk. Maar ook: hoe gaan we die doelen samen vaststellen en samen realiseren? En hoe ziet het perspectief eruit voor de stoppers en de blijvers? Ik ervaar hoe boeren geraakt worden door de huidige stikstofplannen, daarom was ik op woensdag 22 juni ook aanwezig bij de demonstratie in Stroe. Begrijpelijk dat er zoveel emoties, onbegrip en weerstand loskomt. Maar ik meen ook te merken dat er ruimte is om te komen tot een wezenlijke bijdrage aan de stikstofreductie, als we dat samen op de juiste manier vorm zouden kunnen geven. Door de veehouderij niet als hét probleem te zien, maar als dé oplossing. Daarbij is inschakeling van mensen met gezond boerenverstand noodzakelijk. Boeren staan open voor verandering, maar verwachten deskundigheid, respect en een menselijke, rechtvaardige behandeling. Terecht toch?
Communicatie
Het werd vorige week in de 2e Kamer een ‘valse start’ genoemd: het beruchte stikstofkaartje van Minister van der Wal. Ik vind dat zachtjes uitgedrukt. Als de landelijke overheid zegt te besluiten over het einddoel (gemiddeld 50 procent reductie in 2030) en dat betitelt als het ‘wat’ en dat het ‘hoe’ kan worden ingevuld door de provincies met gebiedsgerichte plannen, is het begrijpelijk dat de boeren in opstand komen als in het gedetailleerde kaartje gebieden zijn ingekleurd waar meer dan 70 procent of zelfs meer dan 90 procent stikstof gereduceerd moet worden. Dan staat het ‘hoe’ voor die gebieden toch ook al vast, namelijk sanering. Je zal er maar binnen vallen met jouw bedrijf. Dat er nog geen concrete reductieplannen uitgewerkt zijn voor de andere stikstofbronnen, zoals (vlieg-) verkeer en industrie, is afgelopen weken ook niet echt bevorderlijk gebleken voor het draagvlak van de plannen. En het zou ook handig zijn als we de verschillende soorten stikstof voortaan goed uit elkaar houden: stikstofoxiden uit met name industrie en verkeer (auto’s, schepen en vliegtuigen) en ammoniak uit met name de veehouderij.
D66
Het voelt niet goed dat er geen ruimte was in de D66-top voor andere inzichten en oplossingsgerichte ideeën van Professor Han Lindeboom, gepromoveerd op stikstof en D66-lid; dat bij een verzoek van de Telegraaf om een bewering van D66 (dat 80 procent van de natuur is verdwenen), te onderbouwen een schamel verhaal werd aangeboden. Geen onderbouwing van de vermeende verdwijning van natuur maar een verhaal over de teloorgang van de biodiversiteit, ‘onderbouwd’ met een grafiek over de vermeende biodiversiteit in 1700 en 1900. Wat een onderbouwing, zeker als je bedenkt dat sinds 1900 niet alleen de veestapel is gegroeid maar ook de bevolking (van 5 naar 17 miljoen), het aantal auto’s (van nul naar 8,7 miljoen), het aantal vliegbewegingen van nul naar ruim 58 miljoen per jaar, enzovoort.
Media
Het voelt niet goed dat de media, met name de tv-programma’s, geen belangstelling tonen voor dergelijke, andersluidende informatie; dat in Op1 door Hugo Logtenberg op een onfatsoenlijke manier wordt getracht boer Koos de mond te snoeren; dat boerin Anja Henken van Hart van Nederland na een telefonisch contact van de redactie te horen krijgt dat ze afzien van een interview: ,,We zoeken een boer die de acties afkeurt.” Terwijl zij heel goed blijkt te kunnen verwoorden wat dit plan doet met jonge ondernemers.
Acties
Ik begrijp de zorgen en emoties van de boeren volledig, maar die gewelddadige acties, van een klein deel van de boeren (en andere groeperingen), dat voelt niet goed. Ik keur dat soort acties ten zeerste af. Ze dragen niet bij aan een oplossing, het verslechtert niet alleen de verstandhouding met de landelijke overheid maar als het zo doorgaat ook, en dat is voor de komende jaren echt schadelijk, met de provincies en de burgers.
Ik zou zeggen: ga op een nette manier door met je standpunten uitdragen waar de discussies plaats vinden, ga door met burgervriendelijke acties, maak je statement met vlaggen, posters, stickers en zakdoeken en roep burgers op daaraan mee te doen. En als het aan mij ligt: deel eieren, melk of een broodje hamburger uit aan burgers, draag daarbij je boodschap uit. Ik meld me graag aan als vrijwilliger om een dag daarbij te helpen, ik kan niet koken, maar kan wel uitstekend eieren en hamburgers bakken. Gebruik het prachtige plaatje wat Van Beek en Zn. op een vrachtwagen heeft laten spuiten: een leeg bord met de tekst: ‘Is dit onze toekomst?’
Voedselzekerheid
Ja, een leeg bord. Ik lees regelmatig dat experts denken dat de voedselzekerheid niet in het geding komt, omdat de meeste agrarische producten voor 70 procent de grens over gaan. Let wel: veelal binnen een straal van 500 kilometer, in andere landen noemen ze dit streekproducten. Deze experts maken volgens mij een serieuze denkfout. Ik zal het proberen uit te leggen aan de hand van 100 eieren: daarvan exporteren we er dus 70, 30 stuks worden in Nederland geconsumeerd. Als de pluimveesector met 30 procent zou krimpen ten gevolge van de stikstofplannen, produceren we er nog 70. Deze 70 eieren kunnen we nog steeds exporteren.
Omringende landen kennen een lage zelfvoorzieningsgraad (anders kochten ze nu die 70 stuks ook niet) en tonen altijd veel belangstelling voor Nederlandse producten (niet zo vreemd, met zo’n uitmuntende kwaliteit). Ze zijn, om allerlei redenen, niet of slechts ten dele in staat om de dan ontstane krapte zelf in te vullen. Gevolg: veel hogere voedselprijzen (de handel kan namelijk met een gerust hart nee zeggen tegen de scherpe inkoopprijs van de Nederlandse retail, want de export loopt evengoed door) óf lege schappen! Hoe snel een verstoorde aanvoer van verse producten in het geding komt, is maandag gebleken. Beste retailers: u beseft gelukkig steeds meer dat u een grote rol speelt in het (toekomstige) verdienmodel van de Nederlandse boeren. Dat is een goede zaak. Maar is het handig, enige weken geleden, aan te geven dat u op het standpunt staat dat u “geen partij bent in de stikstofdiscussie?”. De boeren verdienen ook uw steun in deze uitzonderlijke periode.
Een andere oplossing: we gaan voedsel importeren uit landen waar de eisen met betrekking tot voedselveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn veel lager liggen, bijvoorbeeld batterij-eieren uit een niet EU-land. Volgens de FAO hebben we overigens de komende 10 jaar 28 procent meer voedsel nodig. Bedenk daarbij: ook voor de productie van plantaardig, humaan voedsel is grond en dierlijke mest nodig.
Oneigenlijke argumenten
Het voelt niet goed als er in één adem met stikstof totaal andere onderwerpen worden genoemd (om de veehouderij sector te saneren) zoals vogelgriep, zoönosen, woningnood of meer natuurterrein. Of kreten worden gebezigd als ‘Nederland is de vleesfabriek van Europa’ en ‘Waarom moet Nederland de tweede exporteur van agrarische producten in de wereld blijven?’.
Begrijpelijk dat dit bij boeren overkomt als: ‘We willen de Nederlandse veestapel halveren’. Er wordt totaal voorbij gegaan aan de gevolgen voor de boeren (en periferie), de voorziening van voldoende, veilig, gezond en betaalbaar voedsel, de werkgelegenheid, het landschapsbeheer, bepaalde vormen van recreatie, het economische belang van export en onze innovatiekracht. ‘Stroe City’ is, zeer begrijpelijk, volledig in het verkeerde keelgat geschoten bij velen, niet alleen bij boeren.
Beste bestuurders: zorg vooral voor een eerlijk en transparant verhaal. En als ik nog een beroep op u mag doen: laten we ook zorgen voor gelijke behandeling van boeren en andere stikstofbronnen. In de veehouderij sector is op elk bedrijf in beeld hoeveel dieren er gehouden worden en hoeveel ammoniak dus vrijkomt (bij bijv. 60 koeien is dat 780 kilogram ammoniak), er blijken in de industrie nog steeds bedrijven te zijn die meer dan 10.000 kilogram stikstof per jaar uitstoten, zonder vergunning. Dat is ook niet bevorderlijk voor het draagvlak.
Opkoop
Het voelt niet goed dat gedwongen opkoop aan de orde kan komen. Persoonlijk denk ik dat er serieuze mogelijkheden liggen in een goede, vrijwillige opkoopregeling. Ga eerst goed inventariseren welke veehouders de komende acht à tien jaar mogelijk toch al zouden willen stoppen. Oudere ondernemers, zonder opvolger, met verouderde stallen, geen behoefte nog fors te investeren of boeren die gewoon klaar zijn met de alsmaar toenemende eisen; mogelijk zijn zij geïnteresseerd in vervroegde beëindiging van het bedrijf. Met een interessante vergoeding (ook voor oudere gebouwen), met een aantrekkelijke fiscale regeling, met transparante, duidelijke opties: gaat het om de stikstof of gaat het (ook) om de grond? Bezorg deze stoppers een faire beëindigingsregeling. Bied de ‘blijvers’ de tijd en de gelegenheid hun bedrijf aan te passen. Ook met transparante, duidelijke opties en faciliteer ook hen, bijvoorbeeld met het verlenen van een vergunning voor een andere bedrijfsactiviteit of subsidie voor een innovatieve, reducerende techniek.
Innovaties
Nergens ter wereld produceren veehouders zo efficiënt als in Nederland, met lage emissies, met veel aandacht voor o.a. diergezondheid, dierenwelzijn en voedselveiligheid. Dat doen ze dankzij hun liefde voor hun dieren, hun ondernemerschap en hun bereidheid ‘dag en nacht’ aan de slag te zijn op hun bedrijf, vaak samen met vrouw en kinderen. Ze worden daarbij ondersteund door adviseurs (van bijvoorbeeld de voerleverancier) en door leveranciers van innovatieve technieken en houderijsystemen.
Geweldig toch dat een melkveehouder wat meer vrije tijd krijgt als hij een ‘melkrobot’ aanschaft. Zo maar een voorbeeld van een Nederlandse innovatie. Een innovatie die in de praktijk alleen maar blijkt te kunnen ontstaan bij een bepaalde omvang van de sector en bij een bepaald ontwikkelingsniveau. Ik was pas bij de fabrikant van de melkrobot op excursie, zij hebben onlangs ook een innovatief systeem ontwikkeld waarmee mest en urine in de melkveestal worden gescheiden en de zogenaamde ‘dunne fractie’, met daarin de stikstof, als kunstmestvervanger kan worden benut, de Lely Sphere. Een bemeten en bewezen techniek, met 70 procent ammoniak reductie.
Als alle melkveebedrijven deze techniek zouden installeren (is praktisch niet helemaal uitvoerbaar, weet ik) en de Nederlandse overheid zou 60 procent subsidiëren, is de beoogde stikstofreductie, op een haar na, al behaald. Met een kostenplaatje van 2,5 miljard. Kunnen we met die overgebleven 22,5 miljard nog leuke, andere dingen doen.
En dit is maar één voorbeeld, andere voorbeelden zijn o.a. het CowToilet van Hanskamp, de ECO Zero units van Vencomatic en de nog in ontwikkeling zijnde mestschuifel. In de kalver-en varkenssector wordt momenteel ook keihard gewerkt aan veelbelovende systemen om urine en mest gescheiden te houden. Het voelt niet goed dat bepaalde politici innovaties als oplossing in het stikstofdossier afschieten omdat er tegenvallende resultaten bekend zijn geworden bij andere innovaties. Horen tegenvallers niet per definitie bij innovatie?
Provincies en burgers
Mogelijk dat er nog bijgeschaafd wordt aan de landelijke plannen, een paar politieke partijen doen daar in de 2e Kamer in ieder geval hard hun best voor (ze maken meer kans als de boeren uitsluitend burgervriendelijke acties uitvoeren, binnen de wet). De provincies zijn nu aan zet om een plan met een gebiedsgerichte aanpak uit te schrijven. Duidelijk is dat de (meeste) provincies niet enthousiast geworden zijn van de aanpak vanuit de landelijke overheid. Er zijn voldoende signalen dat provincies en gemeenten dat provinciale plan wèl samen met de boeren willen invullen. Goed als de boeren veel energie gaan steken in dit proces. Om zo ver te komen is het eerst noodzakelijk dat de partijen op alle niveaus weer samen aan tafel komen. Beste landelijke overheid: volgens mij bent u aan zet voor een handreiking. Met een verzoeningscommissie? Dan toch wel voor alle partijen? Of met een deskundig bemiddelaar die voor de betrokken partijen acceptabel is? Mij ook goed. Maar is er ook op dit vlak al sprake van een valse start?
Volgend jaar zijn er in maart Provinciale Staten-verkiezingen, mogelijk leidt dat tot een forse verschuiving in de politiek (ook in de Eerste Kamer). Dat zal niet alleen afhangen van de boerenstemmen, daarvoor zijn ook die van burgers nodig. Dus beste boeren: behoud de goede relatie met de burgers, ook daarvoor heeft u jarenlang keihard gewerkt! Als u gebruik wilt maken van mijn aanbod, een dag eieren of hamburgers bakken: de redactie mag m’n telefoonnummer doorgeven. En beste burgers: blijf de boeren steunen, ze zijn het meer dan waard!
Jan Workamp (op persoonlijke titel).
Jan Workamp is zelfstandig adviseur binnen de pluimveesector, betrokken bij onder andere het Poultry Expertise Centre en het Praktijkcentrum Emissiereductie veehouderij en bij de totstandkoming van onder andere de Roadmap Vogelgriep, de Roadmap Afrikaanse Varkenspest en het sectorplan fijnstofreductie in de pluimveesector.
Tekst: Jan Workamp
Beeld: Berrie Klein Swormink