Vogelgriep vertraagt vervolgmetingen
In najaar meer fijnstofreductietechnieken erkend
Omdat in de pilot Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij (PEV) fijnstof gemeten is op één locatie, is gerekend met een onzekerheidsmarge van 10 procent ten opzichte van de gemeten gemiddelde reductie. Om goed gefundeerd uitspraak te doen over het reductiepercentage, moet op minimaal twee bedrijven gemeten worden. De vier technieken worden nu opnieuw gemeten op tweede locaties. Vogelgriep vertraagt op dit moment de vervolgmetingen.
In 2017 startte het onderzoek naar technieken om de uitstoot van fijnstof uit pluimveestallen te reduceren. Inmiddels zijn vier technieken erkend met een reductiefactor.
Rapportages volgen
Hilko Ellen, onderzoeker bij Wageningen Universiteit, is nauw betrokken bij de onderzoeken. „We meten fijnstof eerst een keer aan en dan uit. Dit doen we zes keer 24 uur, verspreid over het jaar en verspreid over de productieperiode. We zijn nog bezig met nawerk; van twee systemen moet nog een rapport worden gemaakt. Dit zijn een ionisatie-pilot en de pilot met de een UV-lamp. Deze rapportages volgen dus nog. Ook de proef met het vernevelen van micro-organismen loopt nog. De metingen bij opfokleghennen zijn afgerond en de rapportage is in concept klaar. We hopen over een aantal maanden het rapport uit te kunnen brengen.”