Update voedingsonderzoek moederdieren
Bepaalt moeder de nutriëntbehoefte van haar kuiken?
Vettere moeders zorgen voor vitale kuikens
Uit het eerste deel van het onderzoek is gebleken dat de lichaamssamenstelling van het moederdier een effect had op het broedei-gewicht en de broedei-samenstelling. Tijdens de groeiperiode van de vleeskuikens blijkt dat de lichaamssamenstelling van het moederdier invloed heeft op de voeropname en voerconversie van het vleeskuiken. Zo hadden kuikens van vettere moederdieren een betere voederconversie en kuikens van gespierdere (magere) moederdieren een slechtere voederconversie. Nu is natuurlijk de vraag: waardoor komt dit?
Bepaalt de voeding van moeder de efficiëntie van het kuiken?
Vanuit zoogdieren is het bekend dat de moeder de nakomelingen voorbereid op de omgeving waarin ze geboren worden. Het is bekend dat als de moeder weinig voeding ter beschikking heeft, de nakomelingen efficiënter met de voeding omgaan. Het is alsof de moeder doorgeeft: ‘je wordt geboren in een omgeving met weinig voeding. Als je voeding binnen krijgt, zorg je dat je het efficiënt gebruikt en kunt overleven.’ Omgekeerd kan het dus zijn dat als de moeder veel voeding ter beschikking heeft, haar nakomelingen minder efficiënt omgaan met de voeding.
Interactie voeding moeder en nakomeling
De hypothese is dat eenzelfde soort mechanisme de verschillen in voederconversie kan verklaren die werden gevonden in het eerste deel van het onderzoek. Mogelijk zijn de vleeskuikens van de vettere moederdieren beter voorbereid op de omgeving waarin ze worden opgezet. Een verdere optimalisatie is mogelijk door het vleeskuikenvoer nog beter aan te laten sluiten op het moederdiervoer. In het tweede deel van het onderzoek kijken we daarom naar de interactie van de voeding van het moederdier en de voeding van de vleeskuikens.
Onderzoeksopzet: lichaamssamenstelling en eiwit-efficiëntie
In het eerste onderzoek zijn de vleeskuikens allemaal hetzelfde gevoerd, ongeacht welk voer het moederdier kreeg. Bij de moederdieren zijn opnieuw vettere en magere moederdieren gecreëerd door aanpassingen in het voer. In de tweede proef worden de vleeskuikens nu ook verschillend gevoerd. Hierbij wordt onderzocht welk type voer het beste aansluit bij het moederdiervoer, om zodoende een hoge kuikenkwaliteit te borgen maar ook een lage voederconversie na te streven. Opnieuw worden metingen uitgevoerd bij zowel de moederdieren en de broedeieren als bij de vleeskuikens. Zo wordt bij de moederdieren niet alleen de lichaamssamenstelling gemeten, maar ook de broedei-productie, vruchtbaarheid en broeduitkomst. Van de geproduceerde broedeieren wordt de exacte ei-samenstelling bepaald. Eieren worden uitgebroed van verschillende leeftijden moederdieren, om zodoende ook het leeftijdseffect van de moederdieren mee te nemen. Bij het uitkomen van de eieren wordt de kuikenkwaliteit direct gemeten. Dit doen we door te kijken naar de vitaliteit van de kuikens maar ook het gewicht, de activiteit en de dooierrestopname. In het laatste deel van de schakel worden de kuikens opgezet en gevolgd tot 40 dagen leeftijd. Bij de vleeskuikens worden onder andere metingen gedaan om de eiwit-efficiëntie te bepalen en gaan we dieper in op de spierontwikkeling. Zo kijken we naar de ontwikkeling van satelliet cellen in de borstfilet en worden verschillende bloedparameters onderzocht.
Toepassing in de praktijk
De resultaten van het eerste onderzoek zijn omgezet naar praktische kennis en instrumenten om de voeding van de moederdieren te sturen richting optimale resultaten voor zowel het moederdier als het vleeskuiken. Binnenkort verwachten we alle resultaten te hebben van het tweede deel van het onderzoek. Met behulp van al deze gegevens zijn we in staat om de voeding van de moeder aan te sluiten op die van het kuiken of juist andersom. Door zowel het moederdier als de kuikens te geven wat ze nodig hebben, kunnen we de technische resultaten van moeder en kuiken verbeteren en dragen we bij aan het resultaat van onze klanten.