Pluimveesector krijgt via DGF rekening gepresenteerd voor vogelgriepuitbraken
De forse stijging hangt samen met de vogelgriepruimingen, de vergoedingen die pluimveehouders dit jaar krijgen worden meegenomen in de begroting van 2023. Volgens het ministerie van LNV, dat advies krijgt van pluimvee-organisatie Avined, moet de crisisreserve worden aangevuld. De diergezondheidsheffing voor de pluimveesector wordt in 2023 onderverdeeld in 26 categorieën. Elke categorie kent zijn eigen tarief per dier of ei. Daarom kan het per bedrijf flink verschillen hoeveel er moet worden betaald aan het DGF.
Plafond
Avined is met de overheid een convenant aangegaan voor de jaren 2020-2024 en is dus gebonden aan afspraken uit dat convenant. „We zitten door de vogelgriepuitbraken en die kosten die dat met zich meebrengt al snel aan het plafond van wat we zelf bij moeten dragen", vertelt Erik de Jonge van Avined. „We hebben de begroting en de crisisreserve die aangevuld moet worden. Pluimveehouders weten dat deze rekening eraan zit te komen."
De reking komt binnen via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Doordat de begroting nu al is vastgesteld, is het mogelijk dat de crisisreserve weer snel leegloopt en er in 2024 opnieuw flink moet worden betaald. Dit omdat er nog steeds vogelgriepuitbraken zijn. „Daar is enigzins rekening mee gehouden, maar er is wel conservatief begroot."
Uitgeput
In algemene zin gaat het bedrag dus flink omhoog. 'Tussen eind 2020 en maart 2022 zijn er uitgaven gedaan voor de bestrijding van vogelgriep (HPAI) en Mycoplasma (Mg). Deze uitgaven bedragen 19.152.342 euro voor vogelgriep en 2,5 miljoen euro voor Mycoplasma. Deze uitgaven zijn deels betaalt uit de aanwezige crisisreserves die daardoor is uitgeput. Een deel van deze kosten zal worden vergoed vanuit de EU. Om dit tekort en de crisisreserve weer aan te vullen, zal de heffing voor 2023 met 15.621.763 euro worden verhoogd. De totale heffing (begrote uitgaven plus aanvulling tekorten) bedraagt 24.389.763 euro', schijft het ministerie van LNV in het concept.
Overigens is er ook goed nieuws, want omdat de pluimveesector de afgelopen jaren een saldo-overschot heeft opgebouwd, worden er ook kortingen gegeven. 'In 2023 wordt 4,5 miljoen euro minder heffing opgelegd dan de begrote uitgaven. Deze korting wordt volgens de vaste verdeelsleutel over de verschillende pluimveecategorieën verdeeld. De vleeskuiken- en legbroederijen worden daar bovenop nog gecompenseerd voor te veel betaalde heffingen. Ze krijgen een extra korting van 202.537 euro. De tarieven voor 2023 zijn daarmee berekend op een heffing (inclusief korting) van 19.687.226 euro.'
Reageren
Via een internetconsultatie kan iedereen reageren op de voorgestelde wijzigingen. De consultatie loopt tot en met 7 juni 2022, in oktober wordt het diergezondheidsfonds definitief vastgesteld.