Vogelgriep: Minister Kuipers legt Esther Ouwehand uit hoe het echt zit

„Mevrouw Ouwehand weet dat wat zij zegt niet correct is“, antwoordde Kuipers. „Er zijn oversprongen van mens op dier, en de vraag is of bij zo’n oversprong ook hernieuwde oversprongen van mens op mens kunnen plaatsvinden. Dat vraagt meestal om een verdere aanpassing.“
De minister nam het Ouwehand ook kwalijk dat zij stelde dat hij ‘op zijn handen zit en niets doet’, terwijl Nederland volgens haar een hotspot voor nieuwe zoönosen is.
„Het zoönotische risico van de vogelgriepvarianten die op dit moment in Nederland rouleren, is naar de mening van deskundigen klein“, stelde Kuipers, „maar dat neemt niet weg dat wij er alles aan doen om het risico voor de volksgezondheid zo klein mogelijk te houden.“ De Nederlandse aanpak om besmette vogels zo snel mogelijk te ruimen is volgens hem de snelste manier om mogelijke verdere besmettingen, of het ontstaan van nieuwe virusvarianten, te stoppen.
En bij wilde dieren - ook bij zoogdieren die de kadavers van dode vogels eten - wordt onderzocht en getest wanneer een besmetting wordt vermoed. Daarbij wordt zeker gekeken wat het risico is van de overdracht van mens op mens, vertelde de minister.
Pandemieprotocollen
Ouwehand stelde vervolgens dat er sprake is van een ‘permanente pandemische dreiging in onze eigen achtertuin’. Kuipers gaf haar daarin gelijk, maar stelde meteen dat die dreiging er al tientallen jaren is geweest. Ook voor de Covid, ook vijf jaar geleden. „En dat is ook de reden waarom er bijvoorbeeld in de zorg pandemieprotocollen zijn gekomen en dat er pandemie-oefeningen waren. Dat is ook de reden waarom wij hier in Nederland de structuur hebben ingericht zoals we die hebben.“
Daarbij is de dreiging voor een pandemie zeker niet enkel voorbehouden aan de Nederlandse veehouderij, zei hij. „Een volgende pandemie kan er een zijn die voortkomt, in Nederland of ergens anders, uit een mutatie van een vogelgriepvirus. Het kan ook zijn dat die voortkomt uit een volgende mutatie, helaas, van een coronavirus. Nieuwe mutanten die er potentieel dreigend uitzien, zitten nu weer in Zuid-Afrika. Maar het kan ook iets totaal anders zijn.“
Barneveld
Sandra Beckerman (SP) wilde ook weten of de overheid niet sneller moet schakelen, nu Europa kampt met ‘de ergste uitbraak ooit’, en er nu een uitbraak is in Barneveld, volgens Beckerman een heel kwetsbare regio voor de vogelgriep.
Maar Kuipers gaf aan dat er al op allerlei manieren wordt geschakeld. „Er zijn nu inderdaad veel uitbraken“, zei hij. „Daar zit de minister van LNV bovenop. Hij maakt plannen. Er worden bedrijven geruimd. Er wordt gemonitord of er sprake is van een overdracht van het virus naar personen. Dat is tot nu toe nog niet gezien, met uitzondering van een enkele casus zoals zonet al genoemd, onder andere één geval in Engeland van iemand met zeer nauw contact met dieren. Er wordt ook gemonitord wat eventuele mutaties zijn. Zoals u weet — dat is eerder ook besproken — zijn er verschillende mutaties nodig om een overdracht van dier op mens en vervolgens van mens op mens mogelijk te maken. Ook daarin zien we tot nu toe geen ontwikkeling.“
Brief
Verschillende Kamerleden wilden vervolgens weten hoe het nu zit met pluimveebedrijven. Wieke Paulusma (D66) wilde weten hoe het nu zit met het preventief vaccineren van pluimvee. Fleur Agema (PVV) maakte zich zorgen over het besmettingsrisico van vrije uitloopkippen, en wilde weten of het beter zou zijn over te gaan op scharreleieren.
Minister Kuipers had daar niet direct een antwoord op. „Daarvoor moet ik helaas refereren aan mijn collega, de minister van LNV“, stelde hij. „Anders begeef ik me op zijn terrein.“ Hetzelfde antwoord gaf hij aan Caroline van der Plas (BBB), die wilde weten hoeveel gevallen van vogelgriep nu eigenlijk zijn ontstaan in Nederlandse stallen, in plaats van buitenaf.
Hij zegde toe om de antwoorden op deze vragen op te nemen in een brief die hij toch al naar de Tweede Kamer zou sturen.