Vlaamse vleeskuikenhouders houden te weinig rekening met mogelijkheid plots uitlaadverbod
Naast dat er door de vogelgriep tal van bedrijven zijn geruimd, zo zegt de Landsbond Pluimvee, zijn er ook veel vleeskuikenhouders (braadkippen) door de verhoogde vogelgriepmaatregelen in bewakings- en beschermingszones terechtgekomen waar een uitlaadverbod geldt.
Dat bedrijven deze bedrijven 6 weken niet kunnen uitladen heeft grote gevolgen voor de bedrijven, zegt de belangenbehartiger. ‘Hiermee komt niet alleen het dierenwelzijn onder druk te staan (42 kg/m²), dit is ook een aanslag op de technische en financiële resultaten en hypothekeert het psychologisch welbevinden van de pluimveehouder.’
Ver-van-hun-bed-show
In deze zones (3- en 10 kilometer rondom de besmettingshaarden) doen de vleeskuikenhouders er goed aan de bezettingsdichtheid te reduceren en meer speling tussen opéénvolgende rondes te laten. Dat gebeurt nu toch te weinig, zegt Danny Coulier, de voorzitter van de Landsbond Pluimvee. “Ondanks dat vogelgriep geen onbekende is, houden de meeste braadkippenhouders (vleeskuikenhouders) er te weinig rekening mee in hun bedrijfsvoering dat ze plots tegen een uitlaadverbod kunnen aanlopen of het koppel langer moeten aanhouden. Het lijkt een ver-van-hun-bed-show tot ze plots middenin een zone zitten.”
De voorzitter waarschuwt de vleeskuikenhouders ervoor niet teveel te vertrouwen op de derogaties die voor handen zijn. Die veranderen namelijk niet dat de vleeskuikenhouders mogelijk ‘6 weken zonder uitladen moeten uitzitten’. „Verschillende instanties, waaronder het FAVV (Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen), waarschuwen dat de sector nog enkele zware maanden voor de boeg heeft. Daarom is het aangewezen de bezettingsdichtheid te reduceren en meer speling tussen opéénvolgende rondes te laten om zo niet in de problemen te komen.”