Landbouwakkoord: Het ei van Columbus?
Ruim een jaar geleden hield Roelof Bisschop (SGP) een pleidooi voor een door hem ingediende motie om te komen tot een landbouwakkoord: “een duurzaam economisch en ecologisch toekomstperspectief voor de land- en tuinbouw”. Roelof deed dat met de beste bedoelingen, sinds jaar en dag draagt de SGP de landbouw een warm hart toe. En laten we eerlijk zijn, als er een landbouwakkoord komt dan zou dat tocht geweldig zijn? Want een akkoord is niets anders dan een bevestiging dat je het ergens over eens bent, mooi toch? En dat betekent dat je niet meer tegenover elkaar staat om je eigen gelijk te halen, maar schouder aan schouder staat om in te zetten op een gezonde en gedragen land- en tuinbouwsector. Toevallig of niet, maar dat dachten ze in de Tweede Kamer ook en zo kwam er een hele dikke meerderheid voor de motie. En omdat onze Minister het ook wel zag zitten, en de motie niet ontraadde, gaf ze de SER de opdracht een verkennend onderzoek uit te voeren. En dat heeft de SER gedaan aan de hand van interviews met mensen uit de primaire sector, verwerkende industrie, NGO’s enz. Een allegaartje waarbij ieder vanuit zijn of haar eigen perspectief een (toekomst)beeld schetste van de sector. Het leverde een advies op waarbij zeven verschillende bedrijfstypen werden aangegeven. De zevende was stoppen met het bedrijf, iets wat dagelijks gebeurt in Nederland maar toch interne weerstand oproept als het in een verkenning als optie beschreven staat.
Vragen
Toch blijven er nog heel veel vragen onbeantwoord. Wat staat erin, of waar gaat het over? Over welke periode gaat het akkoord dat we met elkaar sluiten? En wat doen we als de einddatum verstreken is? Dat is waar het over gaat. Een voorbeeld: als je de hedendaagse discussie over de landbouw volgt dan gaat het over milieu, dierenwelzijn en circulaire landbouw. Maar de vraag of er in de toekomst voldoende voedsel is, wordt en Nederland niet gesteld. Ik doe een voorspelling: binnen nu en tien jaar (2032) overschaduwt het voedselvraagstuk het klimaatdossier. Niet dat klimaat niet belangrijk is, en dat er iets gaande is met het klimaat en de temperatuur op onze aardbol is logisch als je koolstof die over een tijd van miljoenen jaren is vastgelegd in een periode van tweehonderd jaar verbrand dan gebeurt er iets. Maar dat we de wereldbevolking de komende tijd met meer dan een miljard zien toenemen en het areaal vruchtbare grond zien afnemen gaat de benodigde voedselproductie onmogelijk maken. Als ik dat afzet tegen de discussie die in ons land plaatsvindt dat het met de productie van voedsel wel wat minder kan, en we niet voor de export hoeven te produceren, dan is er nog een lange weg te gaan.
Vertrouwen
Een andere vraag is wie dit akkoord mee gaat maken en ondertekenen. Even tussendoor. Afgelopen week kreeg ik de vraag, van iemand die weet dat ik in de buurt van de Belgische grens woon, de vraag waarom België soepelere corona regels heeft dan Nederland en niet in een lock-down zit. Ik heb geantwoord dat ze in België geen 17 miljoen Nederlanders hebben die alles beter weten en overal over in discussie menen te moeten gaan, en dat ze daarom robuuster coronabeleid hebben. En dat is ook de zorg die ik heb als het gaat over een landbouwakkoord. Iedereen vindt er iets van, met vaak een ééndimensionale waarheid. En die moet te vuur en te zwaard verdedigd worden. Hoe gaan we ervoor zorgen dat al die partijen niet alleen hun mening en standpunt verdedigen, maar ook naar elkaar luisteren. En wat gaat ieders rol zijn als het akkoord er is? Voor mij staat vast dat diegene die over dat akkoord mee praten ook een verantwoordelijkheid krijgen bij de uitvoering, en niet dat ze langs de kant gaan staan om de vertellen hoe de boeren en tuinders het moeten doen. Waar het uiteindelijk over gaat bij het sluiten van een akkoord is vertrouwen. Een slecht voorbeeld is wat dat betreft de coalitieonderhandeling van afgelopen negen maanden. Het is schaamteloos hoe de belangrijkste bestuurders van ons land zeven maanden niets anders gedaan hebben dan geruzied en elkaar de maat genomen, om vervolgens in twee maanden tijd een regeerakkoord in elkaar te timmeren: eerst uitspreken dat je niemand vertrouwt en vervolgens toch gaan samenwerken.
Of een landbouwakkoord het ei van Columbus is wordt bepaald door de mensen en organisaties die daar bij betrokken worden. Die zullen harde afspraken moeten maken over het hoe, wat en wanneer. Maar het belangrijkste is dat de partijen open, transparant met elkaar het gesprek aan gaan. Hun verhaal vertellen, maar ook luisteren. Dat kan alleen als partijen elkaar vertrouwen. En vertrouwen dat verdien je, dat leg je niet op.
Tekst: Wil Meulenbroeks