Verbeter pluimveeprestaties door verlichting

Het is de moeite waard om aandacht te besteden aan de verlichting in de pluimveestal. Pluimvee ziet licht anders dan mensen; ze hebben een extra kegel in hun ogen. Daarom moeten we het licht benaderen door de ogen van de kip, namelijk in Gallilux.

Gebruik warm licht

Het advies is om in de leghennenstal altijd gebruik te maken van warm licht (< 3000K). Ook is het belangrijk om een breed lichtspectrum te gebruiken en flikkering van het licht te voorkomen. Dit kan gemeten worden met onze Gallilux-meter om het licht in pluimveestallen te beoordelen.

Praktijkervaring 1

In de figuur zien we de beginsituatie in een pluimveestal (situatie 1). Optisch leek het licht goed afgesteld, maar uit de spectrummeting bleek het licht te koud te zijn. De kleur kwam uit op 5531K terwijl we maximaal 3000K nastreven. Koud licht leidt tot meer onrust bij hennen. De lichtsterkte in Gallilux was in de eerste situatie 61,85. Dit was ruim boven de benodigde 20 Gallilux. We hebben de verlichting anders afgesteld (situatie 2) waarbij we de lichtsterkte hebben verminderd en we de lampen zo hebben afgesteld dat deze richting de 3000K gingen. Na de lichtaanpassing zagen we dat de hennen rustiger gedrag vertoonden. En hoewel we de Gallilux verlaagd hadden, waren er ook minder buitennesteieren.

Praktijkervaring 2

In een andere pluimveestal hebben we de flikkering van de lampen beoordeeld. Dit doen we aan de hand van de Flicker Idx. Deze behoort lager dan 0,1 te zijn. Te veel flikkering zorgt voor onrust bij de hennen. De in de figuur getoonde waarde van 0,62 is te hoog. Deze hebben we kunnen verlagen door de instellingen aan te passen. Wat we gemerkt hebben is dat bij sommige lichtsystemen de flikkering toeneemt bij het dimmen van het licht.

Daadwerkelijke lichtopbrengst

Verder hebben we bij verschillende stallen de daadwerkelijke lichtopbrengst in Gallilux gemeten op verschillende plaatsen in de stal. Door het meten van de daadwerkelijke lichtopbrengst kan de verlichting goed afgestemd worden op het lichtniveau van de opfok. Vervolgens kan deze zo worden ingesteld dat de hennen goed opstarten en een goede productie realiseren met weinig buitennesteieren.

Hoe is de verlichting in uw stal?

Bij de aanschaf van nieuwe verlichting kunnen de genoemde ervaringen meegenomen worden. Uw specialist pluimvee vertelt u graag wat de resultaten van de verschillende systemen zijn, zodat u de juiste verlichting kunt kiezen.

Tips bij de aanschaf van nieuwe verlichting:

Maak een lichtplan voor een goede lichtverdeling, om buitennesteieren te voortkomen.
Zorg ervoor dat alle verlichting dimbaar is.
Licht mag niet flikkeren, zorg dat de Flicker Idx kleiner is dan 0,1.
Kies voor een verlichting met de combinatie van wit en rood licht.
Met rood licht kun je het gedrag van kippen beïnvloeden.
De kleur van de verlichting mag maximaal 3000K zijn. Dit zorgt voor een warme kleur wit.