Opinie: Stikstofbeleid is doel compleet kwijt

Waar halen wij straks ons voedsel vandaan? Wie zorgt er voor een leefbaar en vitaal platteland? De percentages krimp van de veestapel blijven je om de oren vliegen. Een feitelijke onderbouwing ontbreekt en het is niet duidelijk waarom 43 procent krimp van de varkenshouderij nodig is om de natuurdoelen te halen. Juist de varkenshouderij heeft de ammoniakuitstoot al met 80 procent teruggebracht, dankzij grote investeringen in luchtwassers. En juist de varkenshouderij draagt integraal bij aan oplossingen voor klimaat en circulariteit. Daar komt nog bij dat er bij de genoemde krimppercentages te weinig meststoffen zullen zijn om onze eigen bodems en gewassen te voeden.

Boodschap aan beleidsmakers en politici:

De kritische depositiewaarden voor stikstof zijn onhaalbaar in Nederland en dat is al meermaals benoemd. Zelfs als alle boeren en andere economische activiteiten verdwijnen, worden doelen niet gehaald. En dit allemaal op basis van modellen die ver afstaan van de werkelijkheid.

• Stop met het weggooien van miljarden euro's voor niet effectieve opkoop van bedrijven.
• Stop met het in gevaar brengen van een gezonde en veilige voedselvoorziening.
• Stop met de run op boerengrond en de reductie van de veestapel als doel te stellen.
• Faciliteer ondernemers en het Actieprogramma Vitale Varkenshouderij.
• Schrap onhaalbare doelen in wetgeving.
• Stop met one issue beleid (stikstof) en zorg voor integraal beleid.
• Maak beleid op basis van deugdelijke kosten/baten-analyses en handel daarnaar.
• Ga meten en monitoren in de praktijk! Stop met beleid maken op basis van modellen en aannames.
• Zorg voor stabiele vergunningverlening zodat bedrijven kunnen verduurzamen.
• Bescherm locaties met toekomstperspectief en zorg voor ruimte om te ondernemen.

De Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) blijft zich inzetten voor eerlijk beleid op basis van feiten en cijfers. Wij gaan de onderzoekers die de onlangs verschenen rapporten hebben geschreven, vragen stellen over de onderbouwing van hun conclusies. En vooral vragen wat de conclusies volgens hen betekenen voor het toekomstperspectief voor de varkenshouderij in Nederland.