Plaagdieren: Dweilen met de kraan open
Een Achterhoekse varkenshouder vertelt over zijn ervaring met knaagdieren. Vanwege het onderwerp doet hij dat anoniem. „Tot 2017 hadden we nooit last van muizen, omdat we deze buiten met rodenticiden (bestrijdingsmiddelen) mochten aanpakken. Sinds de regels buiten zijn aangescherpt, neemt het ongedierte rondom de stal toe en zien we dat de muizen ook bij ons naar binnen komen. Ondanks dat we buiten maatregelen treffen, zoals het zo schoon mogelijk houden van het erf en het plaatsen van klemmen, zitten ze nog aan de kabels te knagen. Het is toch raar dat een muis eerst binnen moet komen voordat je deze mag bestrijden?”
De varkenshouder vindt de huidige regels niet praktisch. „De nieuwe regels zijn gebaseerd op de korte termijn en niet bedacht door mensen met praktijkervaring. Ik hoop dat we buiten ook weer met bestrijdingsmiddelen mogen werken, want dit is zo niet te doen bij mij. Ik begrijp de regels, maar je moet je ook afvragen wat zwaarder weegt: een paar vogels die misschien sterven door een bestrijdingsmiddel of een stalbrand waarbij duizenden varkens om het leven komen. Ik zou het wel weten.”
De ondernemer doet de knaagdierbestrijding deels zelf: één keer per maand lopen medewerkers met de vereiste papieren een controleronde door de stal. Daarnaast komt één keer per twee maanden een ongediertebestrijder. De Achterhoekse varkenshouder geeft tips voor andere collega's: „Zorg dat je aan terreinonderhoud doet. Houdt het schoon rondom de silo's en zorg dat je geen materialen opstapelt tegen de stal aan. Muizen en ratten kunnen ze omhoog klimmen." Daarnaast heeft hij rondom de stal een grindbak van vijftig centimer met daaromheen een betonband en straatwerk. „Muizen hebben er een hekel aan om over grind te lopen. Daarom heb ik onlangs een aantal grindstroken aangelegd nabij de plekken waar luchtinlaatgaten zitten of waar muizen makkelijk naar binnen kunnen."
Nieuwe regels lastig
De nieuwe regels houden in dat binnen en buiten eerst met niet-chemische methoden (zoals vallen) gewerkt moeten worden, voordat overgegaan mag worden op het gebruik van bestrijdingsmiddelen door een varkenshouder. Die moet dan ook de vereiste papieren hebben.
Ondanks dat het gebruik van middelen vanaf 2023 nog wel is toegestaan, kunnen de nieuwe regels in de praktijk erg lastig worden, vinden plaagdierbestrijders. Michel van den Heuvel uit Asten (NB) van VDH Prevent4u Plaagdierpreventie merkt dat het vangen van ratten buiten met klemmen wel te doen is bij sommige veehouders, maar binnen niet. „In stallen is het werken met klemmen dweilen met de kraan open, omdat binnen vaak grote aantallen ratten en muizen zitten. Bij grote populaties zwarte ratten vang je zelden volwassen ratten in de klemmen. Die zijn slim en de aanpak hiervan vereist veel kennis. In varkensstallen zitten bijvoorbeeld zwarte ratten in luchtkanalen en mestputten met korsten. Hoe wil je daar klemmen gaan plaatsen?”
Bij nood ingrijpen
Wouter Oude Voshaar, dagelijks bestuurder bij de Producenten Organisatie Varkenshouderij met de portefeuille knaagdieren en zelf ook varkenshouder, bevestigt dat een schoon erf en netjes werken helpt om de insleep van knaagdieren te voorkomen. Hij wijst op het certificaat van het Holland Varken, waarin eisen zijn opgenomen ten aanzien van ongediertebestrijding. Ook is er in het IKB een voorschrift opgenomen dat het erf altijd netjes en opgeruimd moet zijn.
Hij begrijpt de nieuwe regels, maar twijfelt over de toepasbaarheid. „Voor buiten kan ik het begrijpen dat je geen ongewenste situaties wil krijgen met andere dieren die rotenticiden tot zich nemen, zoals vogels. Binnen is de kans echt nihil dat de varkens bij het gif komen. Biociden zijn gewoon nodig om knaagdieren beheersbaar te houden.”
De POV vindt dat knaagdierbestrijding praktisch, veilig en realistisch moet blijven. „Bij noodsituaties moet er altijd met bestrijdingsmiddelen ingegrepen kunnen worden, ook door de boer zelf wat ons betreft.” Veehouders moeten volgens de POV handvatten krijgen waarmee ze makkelijk en praktisch uit de voeten kunnen om ongedierte te bestrijden. „Daarvoor zou je een centraal punt kunnen oprichten, dat door de hele landbouwsector gratis gebruikt kan worden”, pleit Oude Voshaar. „Als boeren problemen of vragen hebben, kunnen ze daarheen bellen. Deskundigen kunnen dan tips en advies geven. De hulplijn hoeft niet eens alleen voor ongedierte te zijn. Vragen van boeren zouden ook over bijvoorbeeld veiligheid kunnen gaan. Stalbranden zijn iets wat integraal aangevlogen moet worden. Anders creëer je een nieuw probleem vanwege conflicterende belangen en thema’s. We vinden het dan ook het belangrijk dat varkenshouders gestimuleerd worden om integraal te kijken naar het stalklimaat, het functioneren van de luchtwasser en de biosecurity. Met als hoofddoel het voorkomen van stalbranden.”