'Overheid moet veehouder ook financieel ondersteunen bij brandveiligheid'
Vorige week stuurde demissionair minister Schouten een brief naar de Tweede Kamer waarin ze stelde dat ze de minister de regie en verantwoordelijkheid overneemt op het verminderen van stalbranden. Haar streven is dat in 2026 het aantal branden en omgekomen dieren gehalveerd is. In iets meer dan vier jaar moet veehouderij daarvoor binnen een wettelijk kader, dat nog nader moet worden uitgewerkt, die gerealiseerd hebben. Een behoorlijk ambitieus plan, waar ook binnen de veehouderijsectoren draagvlak voor is, maar waarbij wel de nodige kanttekening geplaats worden.
Het ministerieel plan lijkt bovendien sterk op de maatregelen die van het ‘Actieplan Brandveilige veestallen’, maar volgens Jeannette van de Ven, LTO Portefeuillehouder Gezonde Dieren, probeert demissionair minister Schouten op dit dossier ook echt haar eigen stempel te drukken. Van de Ven is echter tevreden en verwacht dat er nu ook daadwerkelijke stappen gemaakt kunnen worden. „Het is goed dat de overheid meer regie naar zich toe trekt. De doorzettingsmacht van het actieplan kende zijn beperkingen. Wel denk ik dat het actieplan veel bereikt heeft.”
Veel uitdagingen voor veehouder
Halvering van het aantal stalbranden is dat met het plan dat de minister heeft gepubliceerd mogelijk? Van de Ven: „Dat is een hele lastige, omdat branden toch incidenten zijn die zich lastig laten beïnvloeden. Een pluimveestal heeft direct heel veel invloed op het aantal dierlijke slachtoffers. Dus de doelstelling per sector van 50 procent minder stalbranden en 50 procent minder dierlijke slachtoffers is erg ambitieus. Stel: Er is één brand in een geitenstal in 2022 en twee branden in geitenstallen in een later jaar, dan geeft dat een toename van 100 procent. Terwijl het absolute aantal erg laag is. Daarnaast heeft de veehouder heeft op dit moment veel uitdagingen om aan te voldoen. Hij moet investeren in reductie van emissies (ammoniak, fijn stof, geur), in dierenwelzijn, diergezondheid en in brandveiligheid. Hij kan zijn euro’s maar één keer uitgeven, op dit moment is de keuze waaraan lastig te maken.”
Pilotproject brandveiligheid
Om de ambities te halen, is volgens Van de Ven financiële ondersteuning nodig vanuit de overheid. De veehouder kan het niet alleen. „De voorlopers die gaan werken om integrale oplossingen te vinden voor bovenstaande vraagstukken èn tegelijkertijd de brandveiligheid verbeteren, moeten geholpen worden. LNV en het bedrijfsleven starten hiervoor ook een pilotproject op. In de praktijk gaan testen wat werkt en wat niet. De pilot gaat werken aan detectiesystemen, blusmaatregelen, houderij- en managementsystemen.”
Ook BBB-Tweede Kamerlid Caroline van de Plas vindt dat veehouders door de overheid moeten worden geholpen. „De veehouder moet hiervoor vergoed worden. De wettelijke regels, voorzieningen die aangebracht worden, zoals elektraruimte brandwerend maken; dat kost de veehouder duizenden euro verbouwing. Dat gaat niet vergoed via de prijs. De kostprijs gaat omhoog, maar productprijs blijft gelijk. In nieuwe wetgeving moet het verdienvermogen van de boer geborgd zijn met subsidie of betere prijs. Het kan niet zo zijn dat boer alles moet doen. Als wij vanuit de overheid regels opleggen, moet een ondernemer dat wel kunnen opbrengen anders gaat hij of zij failliet. Dat is dan wel een hele gemakkelijke manier om te saneren.”
Bestaande stallen
Twee opvallende zaken staan niet in de brief van de minister: Bestaande stallen en knaagdieren. „De overheid heeft zelf ook verantwoordelijkheid als het gaat om bestaande stallen”, geeft het BBB-Tweede Kamerlid aan. „ Door de regels omtrent geur en uitstoot moesten boeren iets aan hun stallen doen. Al die kleine stenen stalletjes met onbrandbaar asbestmateriaal werden afgebroken en in de plaats kwam nieuwbouw met goedgekeurde materialen die wel brandbaar zijn. In vroegere stallen met asbest waren er veel minder dierlijke slachtoffers. Kijk naar de luchtwasser. Dit komt dus door overheidsbeleid. Geen boer die brandbare stallen wilde maken. Om bestaande stallen brandveiliger te maken, is door het beleid daarmee ook de verantwoordelijkheid van de overheid. Daar moet straks het debat in het Parlement ook over gaan. Hoe gaan we dat dan doen, want anders dan stoppen de veehouders hier en dan neemt bijvoorbeeld Spanje de productie over. Daar zijn de dieren niets bij geholpen.”
Van der Ven denkt dat aanpassingen en maatregelen gelijk op moeten gaan voor bestaande en nieuwe stallen: „De meeste aanpassingen worden gedaan tijdens verbouw of nieuwbouw. Veel hangt echter nog af van de concrete uitwerking van de aanbevelingen. Ik vind het wel jammer dat de focus op stalgrootte ligt en niet op basis van risico.”
Geen knaagdieren in het plan
Het niet vermelden van knaagdieren, volgens sommigen ook een van de oorzaken van branden, is opmerkelijk. Van der Ven: „De focus ligt hier inderdaad teveel op elektra. Ook gezien de jaarlijkse visuele inspectie en de drie of vijfjaarlijkse elektrakeuring. Ons voorstel was om de jaarlijkse visuele inspectie te vervangen door een jaarlijks bezoek van een agro-elektracoach. Deze coach zou met vreemde ogen naar het bedrijf moeten kijken en ook aandacht kunnen hebben voor andere zaken die van invloed zijn op brandveiligheid zoals stofvorming, knaagdieren, onveilige werksituaties.”
Van der Plas vermoedt dat er een reden is dat de knaagdieren niet in het plan voorkomen. Er komt straks een nieuwe regeling en die maakt de bestrijding van knaagdieren nog lastiger en daarmee lijkt het risico op brand groter te worden. Dat is natuurlijk een ongemakkelijke waarheid en lijkt met elkaar te botsen. Wat gaan we daaraan doen en hoe gaan we hier mee om. Het kan een goed idee zijn om hier in de Tweede Kamer een hoorzitting met experts voor op te zetten.”