'Voorspelbaar aflevergewicht nu het belangrijkste'
Gosse Smid en zijn collega Suzanne Wolfs van Elanco hadden meerdere kaarten afgedrukt waarop aspecten stonden die passen bij trager groeiende vleeskuikens. Zij deelden de aanwezige vleeskuikenhouders en adviseurs in drie groepen in tijdens de themacarrousel op de thema-avond. Iedere groep moest twee kaarten selecteren en uitleggen waarom zij die aspecten het beste vinden passen bij trager groeiende vleeskuikens.
„Bij reguliere vleeskuikens streefde je naar zo hoog mogelijke aflevergewichten. Aan concepten van trager groeiende vleeskuikens zitten tal van eisen vast. Zo mag je bij 1 ster Beter Leven maximaal 25 kilogram per vierkante meter staloppervlakte afleveren. Indien je daar overheen gaat, worden de kuikens afgewaardeerd naar reguliere vleeskuikens. Daarom is het essentieel dat je onder die 25 kilogram per meter blijft. Als vleeskuikenhouder wil je hier ook niet te ver onder zitten omdat je omzet dan veel lager is. Daarom is een voorspelbaar aflevergewicht één van de belangrijkste aspecten bij trager groeiende vleeskuikens”, legde een aanwezige vleeskuikenhouder uit.
‘Stabiele dier- en darmgezondheid betekent stabiele groei. Stabiliteit levert voorspelbaarheid en betrouwbaarheid (rondom aflevergewichten).’ Veel groepen kozen ook voor de kaart waarop deze tekst stond. „Eendagskuikenkwaliteit en voerkwaliteit zijn erg belangrijk voor een goede darmgezondheid, diergezondheid en ook voor een stabiele ronde. Dat is bij reguliere vleeskuikens zo, maar geldt evenzeer voor trager groeiende kuikens”, verklaarde een vleeskuikenhouder.
‘Lichtsterkte 15 à 16 lux ideaal’
Een andere vleeskuikenhouder wees zijn collega’s erop dat een lichtsterkte van 20 lux te veel is bij 1 ster Beter Leven vleeskuikens (sterkuikens). „Bij 20 lux trekken de sterkuikens naar schaduwplekken waardoor de verdeling van de kuikens niet goed is”, zei hij. 15 à 16 lux is volgens hem de ideale lichtsterkte bij sterkuikens. „20 lux is echt te veel. Te licht moet het niet zijn. Maar te donker ook niet. Bij minder dan 15 lux trekken de sterkuikens juist naar de lichtere plekken en is de verdeling van de kuikens ook niet goed”, ervaart hij.
Nog een andere vleeskuikenhouder waarschuwde zijn collega’s dat ze niet moeten denken dat alles vanzelf gaat bij sterkuikens. „Bij sterkuikens moet je evenals reguliere attent zijn en even vaak een controleronde lopen.” Volgens zijn adviseur was nevelkoeling in het laatste spantvak niet nodig, maar de vleeskuikenhouder merkt dat dit wel nodig is. „Sterkuikens kunnen door hun dikke verenkleed slechter tegen de hitte dan reguliere. Ook in het laatste spantvak is nevelkoeling nodig. Anders krijg je daar verhoogde uitval”, vertelde hij. Op extreem hete zomerdagen kunnen de sterkuikens beter de hele dag in de stal blijven – die voorzien is van nevelkoeling en voldoende ventilatiecapaciteit. En niet in de overdekte uitloop komen omdat het daar te warm voor ze is, stelt de vleeskuikenhouder.
Coccidiose
„Coccidiose is een veel voorkomende aandoening bij trager groeiende vleeskuikens. Bij trager groeiers komt het vaker voor dan wordt gedacht”, zei Gosse Smid na een vraag van een deelnemer. De deelnmer vroeg aan Smid wat de meest voorkomende aandoening bij trager groeiende vleeskuikens is. Bij trager groeiende vleeskuikens is het strooisel vaak droog omdat de bezetting lager is. Daardoor is de mest en daarmee ook de vertering, moeilijker te beoordelen. „Doe daarom regelmatig sectie”, adviseert Smid vleeskuikenhouders met trager groeiende kuikens.