'Diergezondheidschade bij 1 ster Beter Leven vleeskuikens groter dan gedacht'
'Coccidiose, Marek en ILT komen mogelijk vaker voor bij trager groeiers dan men denkt'

Dat zei pluimveedierenarts Jeanine Wiegel van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) woensdagavond 15 september tijdens de Pluimveeweb thema-avond Diergezondheid in Meppel. Veel vleeskuikenhouders overwegen momenteel hun stallen om te bouwen naar 1 ster Beter Leven. Wiegel presenteerde met welke diergezondheidsproblemen ze te maken kunnen krijgen en hoe groot de effecten kunnen zijn.
Bij trager groeiende vleeskuikens is het strooisel vaak droog, onder meer doordat de bezetting lager is. Daardoor is de mest en daarmee ook de vertering, moeilijker te beoordelen. Hierdoor is een coccidiose uitbraak minder duidelijk te zien dan bij reguliere, geeft Wiegel aan. „Coccidiose is vrijwel altijd aanwezig bij pluimvee. Bij trager groeiende vleeskuikens komt het vaker voor dan wordt gedacht omdat het vaak onder de radar blijft”, zegt Wiegel. Een coccidiose die ongemerkt door de stal heen gaat, leidt wel tot verminderde groei en een hogere voederconversie, zoals dit ook bij reguliere vleeskuikens bekend is.
‘Onderzoek of vaccineren loont’
Hygiëne (biosecurity) is essentieel om een coccidiose uitbraak tegen te gaan, stelt de pluimveedierenarts. „1 ster Beter Leven kuikens leven twee weken langer dan reguliere. Dus is er meer tijd om ziektekiemen binnen te slepen.” Na de ronde is goed reinigen en desinfecteren een must. „Zogeheten oöcysten waar coccidiose parasieten in zitten, kunnen maanden overleven in de stal en omgeving. Een aparte desinfectie gericht op coccidiose is noodzakelijk.”
De GD vond in sectieonderzoek twee nauwelijks voorkomende coccidiose soorten bij trager groeiende kuikens. „We troffen de Eimeria necatrix parasiet aan bij biologische vleeskuikens van vier weken oud. Deze parasiet leidde tot verhoogde uitval. De uitval bedroeg maar liefst 1 procent in twee dagen. Daarnaast vonden we de Eimeria brunetti parasiet bij trager groeiende kuikens van 6 weken. Deze zorgde voor een verminderde voeropname.” Het voorkomen van deze coccidiose soorten heeft te maken met de langere groeiperiode, legt Wiegel uit.
Steeds meer vleeskuikenhouders enten hun trager groeiende vleeskuikens tegen coccidiose. „Het is altijd goed om te onderzoeken wat dit oplevert op uw bedrijf. Zoek samen met uw eigen pluimveedierenarts uit of dit loont op uw bedrijf”, adviseerde Wiegel de vleeskuikenhouders in de zaal.
Marek en ILT
De ziekte van Marek wordt evenals coccidiose ook vaker gezien bij trager groeiende kuikens dan bij reguliere. De GD stelde dit virus vast bij 9 koppels trager groeiende kuikens in 2018, 4 in 2019, 10 in 2020 en 7 in de eerste helft van dit jaar. Ook stelde de GD het virus vast bij 2 koppels reguliere vleeskuikens het eerst half jaar van 2021. Daarnaast werd er onlangs op drie vleeskuikenbedrijven in de omgeving van Hardenberg ILT vastgesteld. „Ook tegen Marek en ILT kan een vleeskuikenhouder enten. Wanneer een virus aanhoudend opduikt, is dat verstandig. Overleg dan met uw pluimveedierenarts of vaccineren tegen Marek, ILT, coccidiose of een ander virus op uw bedrijf zinvol is”, adviseert Wiegel vleeskuikenhouders.
De pluimveedierenarts wees de aanwezige vleeskuikenhouders erop dat zogeheten recombinante vaccins voor ILT bescherming bieden. Een andere optie is vaccineren met een levend vaccin. De beste manier van toediening daarvan is een oogdruppelenting. „ILT kennen we vooral vanuit de legsector. Wanneer er een tijdje geen uitbraken waren, is in het verleden wel eens besloten over te gaan op een drinkwaterenting. Een dergelijke enting is namelijk minder arbeidsintensief dan een oogdruppelenting. Toediening via drinkwater of spray geven een minder uniforme blootstelling waardoor het virus voor problemen kan zorgen”, waarschuwt Wiegel. „Bovendien is het levende vaccin tegen ILT een heel tricky vaccin. Het vaccinvirus kan op termijn meer ziekmakend worden waardoor het voor grotere problemen zorgt dan de veldstammen die rondgaan. Ook geeft de vaccin stam vaak een fikse vaccinatiereactie bij vleeskuikens. Al met al, grotere problemen dan wanneer je niet zou enten.”
Vogelgriep
Eind vorig jaar was er een uitbraak van hoog pathogene H5N8 vogelgriep bij trager groeiende vleeskuikens op een bedrijf in Friesland. „Aangezien trager groeiende vleeskuikens ouder worden, is de kans op insleep van virussen, waaronder vogelgriep echter groter”, legt Wiegel uit.
„Onder meer door de lagere bezetting is het strooisel bij trager groeiende kuikens droger dan bij reguliere. Hierdoor is de mest en dus de vertering lastiger te beoordelen. Vleeskuikenhouders zouden kunnen denken dat het wel goed zit met de diergezondheid. Maar ook bij trager groeiende vleeskuikens komen aandoeningen voor. Houd de diergezondheid van uw trager groeiende kuikens in de gaten door bijvoorbeeld regelmatig sectie te laten doen. Dan kun je tijdig ingrijpen en zijn de gevolgen minimaal”, adviseerde Wiegel de aanwezige vleeskuikenhouders.