Opstartmanagement; De kracht van aandacht!
1. Vloertemperatuur
De vloertemperatuur is ontzettend belangrijk. Zorg daarom voor een vloertemperatuur van ongeveer 28 graden Celsius is (gemeten op het beton). Het strooisel mag ongeveer 2 á 3 graden Celsius warmer zijn. Een koude vloer onttrekt warmte uit de kuikens en een te warme vloer zorgt voor lusteloze kuikens die slecht starten. Koude- en/of hittestress hebben een negatief effect op de darmgezondheid.
2. Gebruik kuikenpapier
Verstrek circa 50 gram voer per opgezet kuiken op kuikenpapier. Bij voorkeur langs de drinklijn. Papier onder een drinklijn neemt vocht op en dat zorgt voor dichtgeslagen strooisel. Kuikens van jonge moederdieren mogen meer grammen op papier hebben, omdat die later pas uit de pan beginnen te eten.
3. Creëer picknickplaatsen
Kuikens kunnen de eerste dagen soms moeilijk uit een voerpan eten. Dit is, naast het type voerpan, ook afhankelijk van de leeftijd van de moederdieren en het gewicht van de kuikens. Zet daarom 25% van de pannen schuin neer. Zo kunnen de kuikens beter bij het voer en ze leren ze direct uit de pannen te eten.
4. Waterkwaliteit
Een pas opgezet kuiken is kwetsbaar voor externe invloeden zoals een lage waterkwaliteit. Zorg daarom voor een perfecte reiniging en spoeling van het watersysteem tijdens de leegstand. Hierdoor wordt de biofilm verwijderd uit de drinklijnen. Spoel de lijnen één uur voordat de kuikens komen nogmaals door met zuiver drinkwater, zodat het opgewarmde water niet bij de kuikens terecht komt. Reinig ook tijdens de ronde met regelmaat het drinkwatersysteem met waterreinigers die uiteraard zijn goedgekeurd voor gebruik bij dieren en voorkom langdurig opwarmen van water in het systeem.
5. Kuikens temperaturen
Meten is weten. Ieder koppel kuikens heeft een andere warmtebehoefte. Dat weet je door de kuikens te temperaturen. De eerste dagen moet de cloacale temperatuur tussen de 40.3 en 40.6 graden Celsius zijn. Daarna loopt het rustig op tot ruim boven de 41 graden. Meet daarom minimaal 20 kuikens per keer en neem daar het gemiddelde van. Doe dit de eerste dagen na opzet zeker 3 keer per dag.
6. Luchtkwaliteit
Met de nieuwe verwarmingstechnieken is de luchtkwaliteit in de opstartfase sterk verbeterd. Desondanks is het heel belangrijk dat je op tijd begint met ventileren, zodat verse lucht bij de kuikens komt. Let erop dat het CO2 gehalte niet boven de 3000 ppm komt op kuikenniveau.
7. Relatieve luchtvochtigheid
Met indirect gestookte kachels wordt de lucht in de opstartfase in de stal droger. Te droge lucht maakt de gevoelstemperatuur voor de kuikens lager. Optimaal is een relatieve vochtigheidswaarde van 50% tot 60%. Zorg er dan ook voor dat deze onder de 70% blijft. Te vochtige lucht versterkt de warmte en zorgt er tegelijkertijd voor dat het benauwd wordt.
8. Watermanagement
De eerste 7 dagen moet het debiet van de drinknippels rond de 40 milliliter per minuut zijn. Een te hoge druk maak het voor de kuikens moeilijker om de nippels te activeren en zorgt ook voor ’morsen’ met natter strooisel als gevolg. Een te lage druk vermoeilijkt het verkrijgen van water en verhoogt de kans dat achter in de leiding onvoldoende tot geen water komt. Meet zeker iedere ronde het debiet op verschillende plaatsen in de stal.
9. Lichtintensiteit
Zorg de eerste uren voor voldoende licht. Dit stimuleert de eerste voer- en wateropname. Het licht moet mooi verdeeld zijn met maximaal 40 lux en minimaal 25 lux op kuikenhoogte. Start tijdig met de introductie van donkere periodes. Dit bepaal je aan de hand van de kropvulling. Na 8 uur moet 85% van de kuikens een gevulde krop hebben en na 24 uur zo`n 95%. Als 95% van de kuikens voer en water in de krop heeft mag het donkerschema ingebouwd worden. Als kuikens later op de dag worden opgezet gaat de voorkeur uit naar geen donkerblok tot de volgende dag zodat alle kuikens voer en water hebben opgenomen.
10. Prestarter
Gebruik altijd een prestarter tijdens de eerste dagen. Een prestarter is geoptimaliseerd voor de eerste paar dagen waarin de kuikens schakelen van dooier als voedingsbron naar plantaardige voedingsstoffen. Ook is de specifieke voervorm van de prestarter meer geschikt voor de hele jonge kuikens. Daarnaast helpt voeding en/of uitkomst in de stal de kuikens snel voer en water op te nemen. We adviseren je graag over de verschillende systemen en de voor- en nadelen voor jouw specifieke bedrijfssituatie.
Een goed begin
“Een goed begin is het halve werk! Daarom helpen we je graag verder bij het verbeteren van de opstart.”