Nestgedrag van vleeskuikenouderdieren onderzocht
Vleeskuikenouderdieren hebben het graag gezellig

Ook hebben vleeskuikenouderdieren een sterke voorkeur voor houten boven plastic nesten. „De oorzaak voor de voorkeur voor hout is niet bekend en vergt verder onderzoek”, zegt Anne van den Oever. Ze is onderzoeker bij Vencomatic Group en is onlangs gepromoveerd op het nestgedrag van vleeskuikenouderdieren in samenwerking met Wageningen Universiteit.
Gezellig bij elkaar
„Leghennen hebben een voorkeur om een nest in te gaan waar al hennen zitten, waarom weten we nog niet. We noemen het ‘gregarious nesting’. Oftewel gezellig bij elkaar zitten. Je ziet soms zelfs dat ze zo graag samen zitten dat de nesten overvol raken, vooral op bepaalde locaties als de hoeken. Omdat het nest dan te vol zit, kunnen leghennen die een ei willen leggen er niet meer bij en krijg je meer grondeieren. Bij vleeskuikenouderdieren was dat nog niet onderzocht.”
Dat motiveerde Anne van den Oever voor haar onderzoek. „Uit mijn onderzoek bleek dat ‘gregarious nesting’ ook bij vleeskuikenmoederdieren veel voorkomt. Ik heb hennen van vijf verschillende genetische lijnen onderzocht, van twee lijnen gingen de hennen in de hoeken zitten en drie andere lijnen verdeelden zich over de nesten. Ik zag ook dat de groepen die zich slechter verdelen over de nesten méér grondeieren hebben, onafhankelijk van de genetische lijn”, zegt Van den Oever.
Gebruik van de ruimte
Om het verschil in nestverdeling tussen de lijnen te verklaren, onderzocht Anne van den Oever ook het gebruik van de ruimte. De lijnen die zich slechter verdeelden over de nesten, verdeelden zich wel netjes over de rest van de stal. Het viel wel op dat sommige lijnen minder in het strooisel zaten. Daarom onderzocht Anne van den Oever ook het aantal wonden en de bevedering van de hennen. „We waren hier vooral benieuwd naar vanwege het paargedrag van de hanen, wat beschadiging van de veren en verwondingen kan veroorzaken doordat ze met hun scherpe nagels boven op de hennen stappen. Die paringen gebeuren vooral in het strooiselgebied, we vermoedden dat de hennen daarom het strooiselgebied vermijden en het rooster op gaan.”
Aan het einde van de ronde hadden vrijwel alle hennen ernstige veerschade. Veel hennen begonnen kaal te worden. Eén derde had aan het eind van de ronde verwondingen, afhankelijk van de genetische lijn. De lijnen die meer verwondingen hadden, vermeden het strooiselgebied om de hanen te vermijden. „De hennen zaten vaker op de roosters, een soort blijf-van-mijn-lijf-huis dus. Het paren gaat dus niet echt relaxt.”
Nestverdeling
Van den Oever ontdekte in een ander onderzoek dat het lastig is om de verdeling van de hennen in het nest te verbeteren. Er is een ander ontwerp van het nest geprobeerd, bijvoorbeeld met schotjes, maar dat bleek niet te werken. „Het afsluiten van de nesten of het openslaan van de nestflappen werkt soms goed, maar soms niet. Dat maakt het heel lastig, je kunt de hennen daar moeilijk in sturen blijkbaar. De behoefte aan gezelligheid zit in de kip van nu ingebouwd, dat kun je maar moeilijk veranderen.”
Er is volgens Van den Oever meer onderzoek op commerciële schaal in samenwerking met pluimveehouders nodig om wetenschappelijke kennis te vertalen naar praktische adviezen.