Landsbond Pluimvee ziet kansen voor beter verdienmodel met trager groeiende kip
'Voor één kop koffie moeten we 40 vleeskuikens afleveren'
Veel Vlaamse pluimveehouders reageerden sceptisch op dit nieuws. De Landsbond Pluimvee ziet ook kansen. „Als je vandaag de dag met een stal van 50.000 vleeskuikens (braadkippen) nog geen leefbaar inkomen kunt genereren, dan is er toch iets behoorlijks fout aan het verdienmodel”, zegt voorzitter Danny Coulier van de Landsbond Pluimvee.
Coulier ziet dus kansen voor de trager groeiende kip. „Maar al te vaak wordt er gesproken – en geframed – over onze sector. Bijvoorbeeld de term ‘megastallen’: een stal van 50.000 reguliere vleeskuikens zou zelfs al zo’n stempel krijgen. Desondanks is het haast onmogelijk om daar een leefbaar inkomen uit te genereren. Dan is er toch iets fundamenteel fout aan het verdienmodel. Bij bepaalde journalisten of anderen die weinig afweten van de sector haal ik vaak volgend voorbeeld aan. Als ik in een café een koffie van 3 euro bestel dan moet ik daarvoor 40 reguliere vleeskuikens van 2,6 kilogram afleveren (104 kg) om met de winst die ene koffie te kunnen betalen (cf. Deinzeprijs 2020 – 0,79 EUR). Dit is niet louter van toepassing voor de pluimveesector. Diezelfde ontwrichting zien we eveneens in andere sectoren waar bijvoorbeeld de goedkoopste fles water duurder is dan een fles melk.”
In samenspraak met vleeskuikenhouders overschakelen
„Exporteren wordt in industriële- of dienstensectoren vaak als iets positiefs beschouwd. Het levert het land financiële middelen en extra werkgelegenheid op. Wanneer het om dierlijke producten gaat, doen bepaalde groeperingen echter sceptisch over exporteren. Hebben we dan liever dat deze afzetmogelijkheden worden opgevuld door China, Oekraïne of andere landen”, vraagt Coulier zich af. „We mogen als sector best trots zijn op onze zelfvoorzieningsgraad van 240 procent. Al brengt dit enkele nadelen met zich mee. Je moet concurreren met de wereldmarkt en een overaanbod laat zich vlug gelden op de binnenlandse markt. Indien in de toekomst nu een deel van de Vlaamse vleeskuikenhouders overschakelt op tragere groeiende vleeskuikens dan verlicht dit de druk op de markt van de reguliere vleeskuikens. Zo komt er meer ademruimte vrij waardoor de markt minder te maken zal hebben met een overaanbod, iets wat de laatste jaren te frequent voorkwam.”
„Colruyt heeft al aan ons laten weten de overschakeling in overleg met hun leveranciers – vleeskuikenhouders – te willen doen, zonder dat dit ten koste gaat van de winstgevendheid van vleeskuikenhouders. Ze wensen namelijk duurzame lange termijn relaties te onderhouden met hun leveranciers, en hun winstgevendheid is daarvoor cruciaal. Een gegeven waar we ten stelligste zullen op toezien.”
Addertjes onder het gras
„We moeten er vooral op toezien dat het verdienmodel op zijn minst beter is dan wat we nu kennen met reguliere vleeskuikens in Vlaanderen. Echter lijkt de realisatie van dit hele gebeuren nog niet zo evident. Zo zullen bijvoorbeeld veel (oudere) stallen omgebouwd of herbouwd moeten worden. Hier moet het PAS-kader met de stikstofeisen in Vlaanderen ruimte voor moeten geven. Daarnaast word je als vleeskuikenhouder geconfronteerd met een beperking in je keuzevrijheid”, zegt Coulier. In Nederlandse vleeskuikenconcepten kunnen vleeskuikenhouders hun kip aan één slachterij leveren en kunnen ze kiezen uit één of twee broederijen en enkele voerfabrikanten waardoor er minder te onderhandelen valt.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Landsbond Pluimvee