LTO: 'Afname Europese voedselproductie helpt mondiaal klimaat niet'
Volgens LTO Nederland blijkt uit de begin augustus gepubliceerde effectstudie van het JRC studiecentrum van de Europese Unie dat verplaatsing van de voedselproductie naar landen buiten de Europese Unie averechts kan werken.
Volgens bestuurder Edwin Michiels, die namens LTO Nederland portefeuillehouder Natuur, Klimaat en Energie is, zal de Europese behoefte naar voedingsgewassen de komende jaren niet afnemen. Daardoor verplaatst de productie bij uitvoering van de Farm to Fork strategie naar landen met doorgaans hogere emissies per kilo product, buiten de Europese Unie.
CO2 opname door gewassen
Volgens Michiels is het bovendien niet juist om voedselproductie één op één te vergelijken met de broeikasgasemissies die worden veroorzaakt door fossiel energiegebruik. „Een deel van de emissies in de land-en tuinbouw komt terug in de kringloop doordat gewassen en bodem CO2 opnemen. Met deze unieke positie kan de land-en tuinbouw juist helpen om emissies te verlagen.” In de effectstudie van het JRC studiecentrum wordt hier echter geen rekening mee gehouden.
Geen massale bosaanplant
Michiels hekelt de plannen om vruchtbare Nederlandse landbouwgrond massaal op te offeren voor bossen om CO2 uitstoot te reduceren. „We hebben hier zeer goede omstandigheden om efficiënt en kwalitatief hoogwaardig voedsel te produceren.” Volgens Michiels vindt LTO ontwikkelingshulp organisatie Oxfam Novib aan haar zijde. Deze organisatie heeft gewaarschuwd dat teveel bosaanplant ten koste van landbouwgrond voedseltekort tot gevolg zal hebben.
Mens oorzaak opwarming aarde
Tegelijkertijd erkent Michiels namens LTO Nederland ook dat het vorige week maandag gepubliceerde IPPC klimaatrapport broeikasgassen uitstoot als gevolg van menselijk handelen aanwijst als oorzaak van de opwarming van de aarde. Onbetwistbaar, met als gevolg nog vaker extreme weersomstandigheden die grote gevolgen hebben voor de land-en tuinbouw.
LTO Nederland is dan ook akkoord gegaan met een hogere klimaatambitie voor het nationale klimaatakkoord, mits de overheid de juiste randvoorwaarden biedt en met beleidsvoorstellen komt die de bijzondere positie van de land-en tuinbouw ruimte blijft bieden en tijd gunt om de bedrijfsvoering te verduurzamen.