'Verminder de productie om vleeskuikenhouderij weer rendabeler te maken'

Chombaere lanceert een opvallend idee. „Indien elke vleeskuikenhouder (braadkippenhouder) in Nederland, België, Frankrijk vooral in het najaar een week langer leegstaat, dan zou dat goed zijn voor iedereen. Als we één week extra leegstaan dan halen we 14 procent van het aanbod van de markt van de kippen weg.” Chombaere vindt dat het opzetten van kuikens met zijn allen moet vertraagd worden. Gezamenlijk. Niet alleen in België, maar ook in de omliggende landen. „We zitten in een situatie waarin de Nederlandse, Belgische en Franse markt niet los van elkaar gezien worden. Als je met één land een overeenkomst zou maken om trager of minder te gaan opzetten, dan moet je dat met andere landen ook doen. Iedereen is bang om een stuk van de koek te verliezen. Iedereen produceert (kweekt) er maar op los. Maar het is niet gezond.”
Communicatie tussen landen
Het is volgens Chombaere net die grote hoeveelheid die ervoor zorgt dat onze prijzen niet rendabel zijn. „De vleeskuikens (braadkippen) hadden dit jaar naar 1 euro moeten gaan, maar dat is niet gelukt. Er was een vrees dat de Oekraïners en Polen zouden terugkomen. Jammer want er was bij momenten grote vraag naar vleeskuikens. De dag van vandaag is er nochtans veel communicatie tussen de landen. Maar hoe krijg je iedereen op een dwingende manier op één lijn? We moeten misschien meer solidair met elkaar zijn.” Afspraken maken tussen landen is niet altijd even makkelijk. „Toen er vorig jaar in België niet meer mocht uitgeladen worden, hebben we vastgesteld dat de Fransen meer produceerden. Omdat het uitlaatverbod daar niet gold. Ook de Nederlanders hadden dat niet. De Nederlandse en Franse vleeskuikenhouders hadden een concurrentievoordeel.”
Slachthuizen
Chombaere wil dat er minder kippen opgezet worden. Dan is het ook belangrijk om de slachthuizen mee te krijgen. „We willen het kalmer aan doen, maar de slachthuizen vrezen dan marktaandeel te verliezen aan Poolse en Oekraïnse slachterijen of exporteurs indien het weer net iets beter gaat. Onbewust sturen de slachthuizen aan op een grote aanvoer, zodat ze altijd een stukje overaanbod krijgen. En hierdoor kunnen ze de marktprijzen laag houden.”
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Ingrid Sweers