CNV: krimp veestapel leidt tot fors banenverlies
De vakbond kijkt met argusogen naar de vele stikstofrapporten die nu op de formatietafel liggen. Daarnaast roepen D66 en sinds kort ook CDA om inkrimpen van de veestapel. Als het die kant op gaat, heeft dat gevolgen voor de werkgelegenheid in de veehouderijsector, vreest de bond. Honkoop: „De primaire bedrijven in de melkvee-, varkens- en pluimveehouderij hebben 9.500 mensen in dienst. Daarnaast zijn er nog 2.500 bedrijfsverzorgers actief, voornamelijk in de melkveehouderij.”
Daarbuiten werken er nog 12.000 mensen in de zuivelindustrie. Samen met agrarische transporteurs en slachterijen komt de CNV aan circa 30.000 banen die in gevaar komen als de overheid fors het mes zet in de veehouderij. Elke boer houdt zo minimaal twee andere mensen aan het werk, volgens Honkoop.
Noorden en oosten
„De veehouderij zit met name in Noord-Brabant en in het noorden en oosten van het land. In Noord-Brabant is er nog wel redelijk werkgelegenheid, maar waar moeten de medewerkers uit het oosten en noorden naar toe, als de grote plannen waar worden gemaakt? Zonnepanelen leggen in Amsterdam? Als de werkgelegenheid in de veehouderij wegvalt, moet de overheid wel een alternatief bieden.”
De vakbond pleit daarom voor de oprichting van een transitiefonds met geld voor omscholing van medewerkers, bijvoorbeeld richting de zorg of de transportsector. Daarnaast moet de overheid zorgen voor alternatieve werkgelegenheid, bijvoorbeeld in natuur- en landschapsbeheer.