Erkenning hitteprotocol Vee&Logistiek Nederland moet willekeur boetes voorkomen
Door het ontbreken van heldere, aanwijsbare, wetenschappelijke indicatoren voor hittestress bij landbouwhuisdieren is het volgens Vee&Logistiek Nederland voor iedereen onduidelijk wanneer en hoeveel last een dier daadwerkelijk heeft bij hitte. De overkoepelende organisatie van veetransporteurs heeft daarom de medewerking van overheid gevraagd bij uitvoeren afspraken hitteprotocol veetransport.
In het protocol staat exact omschreven aan welke regels veetransporteurs zich moeten houden om het welzijn van dieren zo goed mogelijk te waarborgen, als de temperaturen extreem hoog of laag zijn. De overkoepelende organisatie van veetransporteurs denkt dat door het protocol te erkennen en op waarde te schatten, de overheid het de sector mogelijk maakt verdere stappen te zetten in het voorkomen van hittestress tijdens veetransport.
Wetenschappelijke normen ontbreken
Wetenschappelijke normen voor het bepalen van de mate van hittestress ontbreken, stelt de koepelorganisatie. Dat is nog eens bevestigd door het onderzoek van het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek van de NVWA (BuRO, 2020) naar de risico’s voor dierenwelzijn van vleesvarkens en vleeskuikens tijdens transport bij (extreem) hoge temperaturen. Wetenschappelijke indicatoren ontbreken om eenduidig te kunnen bepalen of en hoezeer een dier last heeft van hittestress.
Zo kan het naar ervaring van de leden van Vee&Logistiek Nederland gebeuren dat een chauffeur alle afspraken uit het hitteprotocol heeft nageleefd, maar toch een boete krijgt omdat een dierenarts vindt dat de dieren hittestress hebben. Ze vindt daarom dat de overheid op in het handhavingsbeleid de mate waarin een veetransporteur de afgesproken maatregelen heeft getroffen, tot uitgangspunt te nemen. Die afspraken zijn duidelijk en verifieerbaar. Zou een NVWA-dierenarts constateren dat dieren bij transport last van hittestress hebben, dan kan de NVWA handhavend optreden ingeval de transporteur de afgesproken maatregelen niet is nagekomen.
Op deze manier verwacht Vee&Logistiek Nederland ruimte geboden aan verdergaande innovatieve maatregelen, zoals ook het advies van BuRO luidt: doorgaan op het pad om risico-reducerende afspraken te maken met het bedrijfsleven, meer gebruik te maken van dierindicatoren en het vastleggen van data omtrent transport bij hitte.
Medewerking NVWA
Om het welzijn van de dieren onder warme omstandigheden te kunnen waarborgen, is ook op andere terreinen medewerking van de NVWA nodig. Eén van de maatregelen uit het hitteprotocol is dat dieren bij een temperatuur van 27°C of meer eerder op de dag getransporteerd worden. Om de dieren 's ochtends vroeg of later op de dag te vervoeren worden de NVWA en de andere toezichtsdiensten verzocht hun werkroosters aan te passen. Dit geldt voor het vervroegen van aanvoertijden of het verplaatsen van middagshiften bij slachterijen, maar zeker ook bij exportcertificering van vee dat bestemd is voor het buitenland. In dat kader pleit Vee&Logistiek Nederland voor het verruimen van de mogelijkheden voor stalkeuring en het verplaatsen van de inzet van NVWA-keuringsartsen bij vroege exportkeuringen.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Tom Schotman
Bron: Vee&Logistiek Nederland