Europees antibioticagebruik dieren lager dan bij mensen
De aanzienlijke daling van het antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren wijst er volgens EFSA op dat de maatregelen, die op nationaal niveau van de lidstaten zijn genomen om het gebruik terug te dringen, doeltreffend blijken te zijn.
Nederland scoort goed
Nederland laat een het onderzoek een ander beeld zien dan de meeste landen. In ons land gebruikt de dierhouderij nog steeds meer antibiotica per kilogram lichaamsgewicht dan de humane sector. Maar het antibioticagebruik in de Nederlandse zorg behoort met 52,8 mg antibiotica per kilogram lichaamsgewicht met afstand tot de laagste in Europa (gemiddeld 130mg/kg). De Nederlandse veehouderij, dat wat betreft intensieve veehouderij tot de topprodcuerende lidstaten behoort, gebruikt 56,3 mg/kg. Gemiddeld in Europa is het antibioticagebruik in de veehouderij 108,3 mg/kg. Van de vleesproducerende toplanden staat Nederland op de derde plaats met het laagste antibioticagebruik in de veehouderij. Alleen Denemarken (39,4 mg/kg) en Verenigd Koninkrijk (32,5 mg/kg) scoren beter.
Halvering gebruik
Het gebruik van een klasse antibiotica genaamd polymyxinen, waartoe colistine behoort, is tussen 2016 en 2018 bijna gehalveerd bij landbouwhuisdieren. Dit is een positieve ontwikkeling, aangezien polymyxines ook in ziekenhuizen worden gebruikt om patiënten te behandelen die besmet zijn met multiresistente bacteriën.
Het beeld in de EU is echter divers, zo geeft EFSA aan en de situatie verschilt aanzienlijk per land en per antibioticaklasse. Zo worden aminopenicillines, cefalosporines van de derde en vierde generatie en chinolonen (fluorochinolonen en andere chinolonen) meer gebruikt bij mensen dan bij landbouwhuisdieren, terwijl polymyxines (colistine) en tetracyclines meer worden gebruikt bij landbouwhuisdieren dan bij mensen.
Antibiotica en bacteriële resistentie
Uit het verslag blijkt dat het gebruik van carbapenems, cefalosporines van de derde en vierde generatie en quinolonen bij de mens verband houdt met resistentie tegen deze antibiotica bij Escherichia coli-infecties. Soortgelijke associaties werden gevonden voor landbouwhuisdieren.
Het verslag legt ook verbanden tussen antimicrobiële gebruik bij dieren en resistentie van bacteriën bij landbouwhuisdieren, dat geassocieerd wordt met resistentie bij bacteriën van mensen. Een voorbeeld hiervan zijn de Campylobacter spp. bacteriën, die worden aangetroffen in landbouwhuisdieren en voedselinfecties veroorzaken bij de mens. Hier hebben deskundigen namelijk wel een verband gevonden tussen resistentie bij deze bacteriën in dieren en resistentie bij dezelfde bacteriën in mensen. Waardoor het belangrijk blijft om antibioticagebruik voor dieren te blijven reguleren en monitoren, aldus EFSA.