EFSA: 'Meststoffen en diervoerder belangrijk bron antimicrobiële resistentie'
Meststoffen van dierlijke oorsprong, irrigatie en water zijn de belangrijkste bronnen van antimicrobiële resistentie (AMR) in plantaardige voeding en/of aquacultuur. In de dierlijke productie zijn de potentiële bronnen voeder, mensen, water, lucht of stof, bodem, wilde dieren, knaagdieren, geleedpotigen en apparatuur, aldus de EFSA.
Voor het eerst hebben EFSA-deskundigen de rol van voedselproducerende omgevingen bij het ontstaan en de verspreiding van AMR beoordeeld. Zij hebben de belangrijkste bronnen van AMR-bacteriën en -genen geïdentificeerd, hoewel met de huidige gegevens niet kan worden gekwantificeerd welke specifieke bijdrage elk van deze bronnen levert aan dit mondiale probleem.
Wetenschappelijke literatuur
De EFSA heeft de resistente bacteriën en genen met de hoogste prioriteit voor de volksgezondheid geïdentificeerd die via de voedselketen kunnen worden overgedragen en heeft de wetenschappelijke literatuur bestudeerd om het voorkomen ervan in die milieubronnen te beschrijven.
EU-actieplan
Maatregelen om het ontstaan en de verspreiding van resistentie in de omgeving van de voedselproductie te beperken, omvatten het terugdringen van de dierlijke microbiële verontreiniging van meststoffen, water en diervoeder, en de toepassing van goede hygiënepraktijken. Deskundigen deden ook aanbevelingen over prioritaire gebieden voor onderzoek die zouden helpen leemten in de gegevens aan te vullen - en zo de risicobeheerders in de EU zouden helpen bij de uitvoering van het EU-actieplan voor één gezondheid tegen AMR.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Pixabay
Bron: EFSA