Tijdelijke stikstofregeling zorgt voor zenuwachtigheid
Kristof Gheldof begeleidt pluimveehouders en geeft advies over hun vergunningsaanvraag, samen met studiebureaus. Als deskundige op dat vlak hield hij een 2 uur durende lezing op het webinar van Landsbond Pluimvee. Een groot deel van zijn lezing wijdde hij aan het stikstofkader.
Hij maakt zich vooral zorgen over pluimveehouders wiens vergunning dit of volgend jaar afloopt. „ Er zullen dit jaar en volgend jaar heel wat pluimveehouders zijn die een nieuwe vergunning moeten aanvragen”, zegt Gheldof. „Het wordt een zoektocht om tot een oplossing te komen. Pluimveehouders wiens vergunning dit jaar of volgend jaar vervalt, worden geconfronteerd met de onzekerheid.”
Moeilijke oplossing
Volgens Gheldof is er weinig houvast en wordt het een moeilijke oefening. „Er zit geen nuance in de tijdelijke regeling, want deze is even streng voor iedereen”, zegt Gheldof. „Bedrijven die nu een hernieuwingsaanvraag lopende hebben, kunnen ervoor kiezen om geen maatregelen toe te passen omdat dit bijvoorbeeld niet mogelijk is, maar dan krijg je maar een omgevingsvergunning tot eind 2022."
„Aangezien je ten laatste 12 maanden voor het verval van de vergunning een hernieuwingsaanvraag moet indienen, moet je in dergelijk geval voor het eind van het jaar al weer een nieuwe hernieuwingsaanvraag indienen. Rechtszekerheid is in zo’n voorlopige regeling ver te zoeken. We pleiten voor een meer gedifferentieerde en haalbare definitieve stikstofregeling.”
Emissiearme staltechnieken
Er zijn gelukkig technieken om de ammoniak te verminderen. Er bestaat een zeer uitgebreide lijst van emissiearme technieken. „Voor de leghennen bestaan er een 30-tal technieken. Voor opfok van leghennen gaat het over 11 technieken”, zegt Gheldof. „Ook voor de braadkippen (vleeskuikens) bestaan veel technieken."
Gheldof is voorstander van technieken die de ammoniakemissie maximaal gaan reduceren, zoals de warmwaterwisselaar en de warmwaterbuisverwarming bij braadkippen. „Die technieken reduceren het meest de ammoniak. Ik vrees dat de technieken niet op elk pluimveebedrijf gerealiseerd kunnen worden. Om de vergunning te kunnen hernieuwen moet er meestal minstens 30 procent gereduceerd worden in ammoniakemissie. Dit is soms niet mogelijk omdat er voor bepaalde diersoorten zoals kalkoenen geen ammoniakemissiearme staltechnieken of geen emissiereducerende maatregelen (zogenaamde PAS-maatregelen) bestaan.”
Financieel aan de grond
Volgens Gheldof zijn er al lopende dossiers waarbij veehouders bijkomend 30 procent moeten reduceren en dit niet kunnen omdat er geen reducerende maatregelen op de lijst staan of het technisch of economisch niet haalbaar is. „Door het negatief advies van Agentschap Natuur en Bos (ANB) kan de veehouder dan niet anders dan het aantal dieren verminderen. De veehouder in kwestie moet dan zijn lening zien af te betalen met 30 procent minder dieren. De bedoeling van de wetgeving kan toch niet zijn om pluimveehouders financieel aan de grond te zetten", vraagt hij zich af.
„Het ANB heeft maximale reductie van ammoniak voor ogen, maar houdt helemaal geen rekening met het feit of dit voor de veehouder sociaal of economisch haalbaar is. Dit is slecht beleid.” Gheldof pleit voor een lange termijnvisie waarbij reductiepercentages worden vooropgesteld voor de landbouwsector op lange termijn (emissiereductie, voedertechnieken…). Op die manier kan de landbouwer hiermee rekening houden in zijn bedrijfsplanning en bedrijfsvoering.
Nog meer problemen bij varkenshouders
Voor de varkenshouders verwacht hij mogelijk nog meer problemen. „Er zijn heel veel grote varkenshouderijen wiens vergunning vervalt tegen eind 2023”, zegt Gheldof. „Het tijdelijk stikstofkader zorgt ook hier voor kopzorgen. Voor een redelijk aantal bedrijven – zeker 10 procent van de varkensbedrijven - zal dit op korte termijn zoeken zijn naar oplossingen."
„Ook voor de varkenshouderij bestaan er verschillende emissiearme technieken. Ik denk dat we veel meer naar luchtwassing moeten. Bij luchtwassing heb je minstens 70 procent ammoniakemissiereductie. De emissiereductiesystemen in de mestkelder halen meestal maar een reductie van 50 procent. Het is praktisch vaak niet mogelijk om ze te installeren.”
Beleid
Op het webinar was ook wel wat kritiek op Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir te horen. In ‘De Afspraak’ op Canvas van 2 juni dit jaar zei de minister dat de intensieve veeteelt verantwoordelijk is voor 70 à 75 procent van de stikstofneerslag. „Dit is niet correct”, zegt Gheldof. „In een studie van het Vito (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek) van dit jaar staat duidelijk dat landbouw verantwoordelijk is voor 30 procent van de gemiddelde bijdrage over Vlaamse actuele stikstofgevoelige habitats. 58 procent komt van het buitenland. Op die manier wordt de intensieve veehouderij in een slecht daglicht gesteld in de media. Stel dat theoretisch gezien de veehouderij volledig zou worden stopgezet in Vlaanderen, dan nog zou er teveel stikstofuitstoot zijn. Het is dus niet fair om de intensieve veehouderij de schuld te geven van het stikstofprobleem", stelt Gheldof.
„Dat landbouw een deel van de oorzaak is wil ik niet ontkennen. De landbouwsector zal dus met oplossingen moeten komen. Maar de oplossing kan niet van de landbouwsector alleen komen. Het is duidelijk dat het een grensoverschrijdend probleem is en een Europese aanpak zich opdringt. De minister heeft het vaak over de korte keten verkoop. Ook bedrijven die zich richten op de korte keten worden zwaar getroffen door het stikstofbeleid. De intensieve veehouderij wordt in een slecht daglicht gesteld, maar is de sector die al veel aan ammoniakemissiereductie heeft gedaan in het verleden en ook zal doen in de toekomst door middel van innovatieve technieken.”
Impactscoretool
Gheldof raadt zowel varkens- als pluimveehouders aan om gebruik te maken van de impactscoretool, een handige onlinetool om alles op je eigen bedrijf te gaan uitrekenen. „Je kan zelf simulaties en een inschatting voor je eigen bedrijf gaan maken. Dan weet je waar je staat voor je je aanvraag laat opstellen of een passende beoordeling laat opstellen door een studiebureau."
„Je kan de vergunde situatie gaan uitrekenen. Je kan in een tweede berekening de prognose maken als je een bestaande stal emissiearm maakt of bepaalde PAS-technieken op je bedrijf toepast. Er kan gesimuleerd worden hoeveel de ammoniakemissie daalt en wat de impact is op de omliggende habitatrichtlijngebieden. Het is vrij toegankelijk voor iedereen en gebruiksvriendelijk.” Kijk voor meer informatie over deze onlinetool op de website impactscore.omgeving.vlaanderen.be.
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Ruth van Schriek