België onderzoekt diervriendelijker vangen van pluimvee
Recent werd een onderzoeksvoorstel goedgekeurd omtrent het diervriendelijker vangen en laden van vleeskuikens (braadkippen) en leghennen. Het project zal starten op 1 september 2021 en zal in totaal drie of vier jaar duren. Er zullen zes vangteams voor vleeskippen en drie vangteams voor leghennen ingezet worden om alternatieve vangtechnieken uit te testen. De vangteams zullen opgeleid worden om op een alternatieve methode zowel vleeskippen als uitgelegde leghennen te vangen en in te laden voor transport. Tijdens het eerste deel van het project worden de gangbare vangmethoden in Vlaanderen in kaart gebracht, zowel voor vleeskuikens als voor legkippen.
Rechtop vangen
Een alternatieve vangmethode waarbij de kippen niet ondersteboven aan de poten worden genomen, maar rechtop blijven, zal worden aangeleerd aan vangteams die deze zullen toepassen in de praktijk en dit zowel op vleeskuiken- als leghennenbedrijven. Vervolgens gaat het ILVO in een gecontroleerde praktijkproef analyseren wat de effecten voor alle betrokkenen zijn. „We willen weten wat dat doet aan vangschade, stress en welzijn voor de kippen die op de verschillende manieren gevangen worden", zegt Frank Tuyttens, hoofd onderzoeksgroep Welzijn en Gedrag van landbouwdieren.
„We willen de rechtop-vangmethode vergelijken met de gangbare vangmethode, alsook met het machinaal vangen. We willen de vergelijking maken voor het welzijn van de kippen, maar ook naar de arbeidsbelasting en de ergonomie van het vangteam. Ook naar de duur van het vangen. Dat heeft belang voor de mate van stress voor het vangen van de dieren, alsook economisch voor de kostprijs van het bedrijf, dus hoeveel het kost om die kippen te laten vangen. We willen ook kijken wat de invloed van dit alles is op de uitbetaling van de veehouder door het slachthuis. Als er minder vangschade is en minder dieren sterven tijdens het transport en minder dieren afgekeurd worden aan het slachthuis, dan hopen we dat dit een positief effect heeft op het inkomen dat de kippenhouder krijgt."
Veel vangschade
Uit laatste onderzoek dat het ILVO bij vleeskuikenbedrijven heeft gedaan blijkt dat er behoorlijk wat vangschade is. „Het is economisch een enorme verliespost", zegt Tuyttens. „Het gebeurt in de laatste stap van de productie, waarbij de pluimveehouder zijn best heeft gedaan om de dieren in een goede conditie naar het slachthuis te krijgen. En dan wordt alle energie die erin werd gestoken misschien teniet gedaan door de allerlaatste fase.”
„We hebben statistieken van een proef die we hebben uitgevoerd tussen 2013 en 2016 over de preslachtfase bij vleeskippen in België. We ontdekten dat 3 dieren op 1000 deze fase niet overleefden. En die dus dood aankomen op het slachthuis. Wij weten niet precies wat de impact van het inladen daarvan is. We zagen ook dat 2 procent van de dieren vleugelbreuken hadden. 2 procent had symptomen van hittestress, 3,7 procent had blauwe plekken en 30 procent had krassen of lichte verwondingen.”
Uitgelegde leghennen
Bij uitgelegde leghennen heeft het ILVO nog geen studie naar vangschade gedaan. „Uit een recente Zwitserse studie op volièrebedrijven blijkt wel dat de vangschade van het laden van uitgelegde leghennen groot is", zegt Tuyttens. „8 procent van de dieren vertoonde ernstige letsels. Dat ging over breuken en spierbeschadiging. Het is een welzijnsprobleem. Vooral het ondersteboven houden van een kip is stresserend voor de dieren. Ze hebben geen middenrif waardoor het gewicht van de organen op de longen wordt gedrukt als ze ondersteboven worden gehouden. Dat is stresserend.”
„We denken dat het rechtop vangen dus beter is, maar gaan dat nu dus onderzoeken. In Nederland is de organisatie Eyes on Animals heel actief bezig om bedrijven te overtuigen om een rechtopvang methode te gaan toepassen. Er zijn al bedrijven die daarin zijn ingestapt. Ik hoor ook in Nederland zelfs stemmen opgaan om het ondersteboven vangen te verbieden."
De studie werd aangevraagd en wordt gefinancierd door de Vlaamse Overheid (Dienst Dierenwelzijn). Na deze twee jaar volgt een tweede deel waartoe Vetworks, ILVO en UGent (mogelijks nog aangevuld met een buitenlandse partner) zich engageren in het kader van een doctoraatsstudie. Het project wordt gecoördineerd door ILVO waarbij samengewerkt wordt met de partners Proefbedrijf Pluimveehouderij, UGent (faculteit Diergeneeskunde), Vetworks en KULeuven in onderaanneming.
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Vencomatic Group