Methode vangletsel vaststellen deugt stelt CBb
De Rechtbank Rotterdam stelde eerder een pluimveehouder, die bezwaar had gemaakt tegen een boete voor vang- en laadletsel, in het gelijk.
De minister richtte zich in hoger beroep tegen het oordeel van de rechtbank dat het hanteren van een handhavingsnorm in strijd is met de Transportverordening. en dat onvoldoende is bewezen dat het geconstateerde letsel bij de kuikens is ontstaan bij het vangen op het betreffende vleeskuikenbedrijven. Beide hogerberoepsgronden slagen.
De vleeskuikenhouder moet de boete van 1500 euro betalen.
De inspecteur en toezichthoudende dierenarts zijn gehoord. De rechtbank oordeelde dat de gestelde overtredingen onvoldoende waren bewezen, zodat de minister niet bevoegd was een boete op te leggen. In de beoordeling van het geschil in hoger beroep stelt dat de handhavingsnorm van 2 procent niet onjuist is.
Lees hier de volledige uitspraak.