Agrifirm roept ketenpartijen op reële prijsafspraken te maken met de boer
„De tarwe kostte afgelopen jaar 160 tot 170 euro per ton, terwijl we daar op dit moment 230 tot 240 euro voor betalen. De prijs van soja steeg van 37 tot 38 euro per 100 kilo naar 46 tot 47 euro per 100 kilo. Wanneer we deze prijsstijgingen volledig doorrekenen naar de afnemer dan betekent dat voor bedrijven, die 100 procent brok voeren een stijging van de voerkosten van 30 tot 40 procent. Ervan uitgaande dat de opbrengstprijs gelijk blijft, heeft dat grote consequenties voor de winst”, aldus Boudeling.
In gesprek
„Met deze oproep nodigen we de ketenpartijen uit met elkaar in gesprek te gaan”, legt hij uit. „Wij proberen de voerprijs zo weinig mogelijk te verhogen. Maar we kunnen uiteraard niet met verlies gaan werken. We houden onze voerprijs relatief aan de lage kant en hopen dat andere partijen in de keten daar ook toe bereid zijn. Aan de andere kant zijn we natuurlijk ook een akkerbouwcoöperatie en deze klanten zijn juist gebaat bij hoge grondstofprijzen. Voor de veehouders proberen we op de termijnmarkt de granen in te kopen wanneer de prijzen laag zijn en als akkerbouwcoöperatie juist te verkopen wanneer de prijzen hoog zijn.”
Door met elkaar in gesprek te gaan hoopt Agrifirm ook andere partijen te overtuigen de opbrengstprijzen voor de boeren en de grondstofprijzen meer met elkaar in verhouding te brengen.