Terugblik landbouwverkiezingsdebat ‘Voorbij de polarisatie’
Kijk hier het volledige debat terug.
Bij het debat waren aanwezig: Cees de Jong (CDA), Jan Klink (VVD), Laura Bromet (GroenLinks), Tjeerd de Groot (D66), Caroline van der Plas (BBB), Roelof Bisschop (SGP), Frank Futselaar (SP), Jan Cees Vogelaar (JA21), Joris Thijssen (PvdA), Nynke Koopmans (FvD) en Pieter Grinwis (CU). Het debat vond plaats in het World Food Center in Ede (GD) en werd geleid door Chantal Everaardt, redacteur/verslaggever bij RTV Oost.
Dilemma's
Aan de hand van een vijftal dilemma's gaan de politici met elkaar in debat. Deze onderwerpen zijn:
- Stikstofuitstoot en natuurkwaliteit: Hoe kunnen boeren blijven boeren, en verbeteren we tegelijkertijd toch de natuurkwaliteit?
- Vergroening teelten en voldoende inkomen: Hoe kunnen telers van gewassen de inzet van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest verlagen en toch hun inkomsten behouden?
- Intensiveren en extensiveren: Hoe kan de landbouw de ecologische voetafdruk verkleinen en tegelijk extensiveren?
- Meer en minder grond voor de landbouw: Hoe komen boeren aan meer grond om te extensiveren terwijl de druk op de ruimte al zo groot is?
- Natuurvriendelijke landbouw en export: Hoe kunnen boeren natuurinclusiever of 'kringloop' boeren en toch hun producten goed blijven verwaarden over de grens?
Dilemma 1: Stikstofuitstoot en natuurkwaliteit
Hoe kunnen boeren blijven boeren, en verbeteren we tegelijkertijd toch de natuurkwaliteit? Dit is het eerste dilemma dat wordt besproken. Cees de Jong (CDA) en Laura Bromet (GroenLinks) beten het spits af in het politieke landbouwdebat. Zij gingen met elkaar in debat over het bedrijf van Bert de Boer, melkveehouder in Blokzijl (OV). Hij melkt 120 melkkoeien en heeft zijn grasland bij Natura 2000-gebieden liggen. Daardoor mag hij zijn grasland niet vernieuwen. Daarnaast is door wetgeving de waarde van grond en gebouwen gedaald, zo vertelt hij. De stikstofdiscussie is naar zijn mening te veel gebaseerd op aannames. De Boer kan zijn bedrijf door belemmeringen vanwege de nabijheid van natuurgebieden niet meer ontwikkelen. Zo is het niet mogelijk om meer eiwit van eigen land te halen. Er liggen voor hem geen extra kansen om iets extra te doen. Natuurboer worden is voor Bert de Boer, naar eigen zeggen, niet weggelegd.
Verhuizen
Laura Bromet: „Bert de Boer heeft twee mogelijkheden. Een daarvan is natuurboer worden. Daarnaast zou de melkveehouder kunnen verhuizen naar een gebied waar hij wel zijn bedrijf kan ontwikkelen. Ik snap dat een rigoureuze maatregel is. Daarom zou ook de boer hierbij financieel geholpen moeten worden. Voor Nederlandse boeren die op wereldmarkt opereren, is het moeilijk om een goed inkomen te halen. We moeten boeren veel meer mogelijkheden geven om meer op kwaliteit te richten.”
Gebiedsgerichte aanpak
Cees de Jong: „Ik herken de problematiek als melkveehouder. De Boer wil graag worden geholpen omdat zijn verdienmodel onder druk staat. Laten we dan eerst het gebiedsproces voeren om de stikstofproblematiek op te lossen. De Boer staat niet alleen met zijn problemen. Het betreft ook zijn buren. Die moeten we samen oplossen. Vaak wordt de tegenstelling van landbouw en natuur als tegenstellingen gepresenteerd, maar ze gaan vaak samen.”
Dilemma 2: Vergroening teelten en voldoende inkomen
Akkerbouwer Michiel van Andel verbouwt in de buurt van Emmeloord in Flevoland uien, tarwe en aardappelen. Hij brengt voor de politici Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) een stelling in. De boer zegt dat de akkerbouw nog niet zonder kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen kan.
Groene middelen
„Ik ben altijd bezig met het bestrijden van plagen”, zegt Van Andel „Dat probeer ik zoveel mogelijk duurzaam te doen, mechanisch of met groene middelen. Maar zonder pesticides of kunstmest kan ik niet. Sommige groene middelen zijn giftiger dan synthetische gewasbeschermingsmiddelen. En met kunstmest kan ik heel precies bemesten, waardoor ik bijvoorbeeld ook minder afspoeling heb.”
Minder kunstmest en gewasbescherming, dat is een opkomende tendens, waar Van Andel zich zorgen over maakt. Volgens Van der Plas zit de politiek momenteel verkeerd. „We moeten af van het woord duurzaam, omdat boeren in Nederland al heel duurzaam telen. Er is geen een sector in Nederland die al eeuwen zo succesvol samenwerkt met de natuur en zich altijd weer aanpast.”
Volgens Grinwis, naar eigen zeggen opgegroeid op een akkerbouwbedrijf, kunnen er nog wel zaken beter. Zo kan de beloning voor duurzaam boeren beter. „Dan kan een boer ook makkelijker de spuit laten staan en andere methodes gebruiken. Want een boer spuit niet voor zijn lol.”
Voedselzekerheid
Volgens Van der Plas weten de boeren zelf wel wat ze wel of niet moeten doen. „Er is maar één reden waarom een boer gewasbeschermingsmiddelen gebruikt en dat is dat er hier voedselzekerheid is. Geen lege schappen in de supermarkt. De hele wereld verbaasd zich over wat wij hier op die kleine postzegel produceren. Als milieudefensie dan met een negatief rapport komt over gewasbescherming, dan moet de politiek daar niet in meegaan maar dat weerleggen met feiten.”
Daar vinden Grinwis en Van der Plas elkaar. Grinwis: „ Er is geen reden voor een ‘Calimero-gevoel’ onder boeren. Er is ontzettend veel waardering voor wat boeren doen. Boeren kunnen met trots naar voren treden.”
Dilemma 3: Intensiveren en extensiveren
Varkenshouder Sabine Grobbink uit Drenthe heeft een varkensfokkerij en akkerbouwbedrijf en heeft veel moeten investeren met het oog op duurzaamheid. Zuinig omgaan met energie en grondstoffen, het wordt alleen maar belangrijker volgens Grobbink. „Als wij de kans krijgen om daar stappen in te zetten, doen we dat zeker.” Het bedrijf heeft zo’n 50 ha akkerbouwgrond, maar de focus ligt bij de varkens. „Die hebben het meeste aandacht nodig.” De mest zet Grobbink af op eigen grond en een deel van de mest zet ze af bij haar buurman en tevens akkerbouwer.
Op het erf wordt de fosfaat uit de dikke fractie gehaald, wat betere mest geeft om gewassen mee te voeden. Daardoor hoeft Grobbink ook minder kunstmest in te zetten. Grobbink wel de mest blijven afzetten op haar bedrijf. „Stel je voor dat je niet al je mest op je eigen land kwijt kan maar eerst naar de verwerker moet rijden. Dat is belachelijk. Dan moet het eerst op transport, daarna moet het verwerkt worden en daarna moet je het weer aankopen. Dat gaat tegen je gevoel in. Je wil het afzetten waar het nodig is. Extensief boeren wordt wel eens geromantiseerd als de oplossing van de toekomst, maar deze oplossing belast het klimaat alleen maar meer.”
‘Bestaande systemen niet meer houdbaar’
Tjeerd de Groot (D66) over het verhaal van Grobbink: „Intensiveren en extensiveren; dat zijn beide bestaande systemen. Die zijn niet meer houdbaar. We moeten boeren perspectief bieden met een systeem dat wel toekomst heeft en dat is kringlooplandbouw. Geen voer naar dieren wat mensen ook kunnen eten, in plaats van drijfmest uitgaan van rijpe mest. Dat is beter voor de bodembiologie. Ook moet er minder chemische input en moeten we anders met dieren omgaan. Dat zijn de belangrijkste systeemveranderingen. Boeren lopen tegen de regels aan die afgelopen 30, 40 jaar zijn gemaakt om het systeem in het tap te houden. De politiek heeft altijd te laat en niet hard genoeg ingegrepen.
‘Zoek het lekker uit’
Jan Cees Vogelaar van Ja21 kan zich pertinent niet vinden in het verhaal van De Groot. „Die wensdroom van meneer De Groot gaat nooit plaatsvinden. De afgelopen 30,40 jaar is de sector klaargemaakt voor de internationale markt en daar excelleren we. Ik heb de duurzame concepten ontwikkeld waar De Groot alleen maar over praat. Hij praat erover en ik realiseer ze. En over kringlooplandbouw, daar is de boer niet mee geholpen. Deze varkenshoudster heeft ook geïnvesteerd. Zij heeft nu een verdienmodel nodig. De Groot zegt: ga maar in transitie en dat verdienmodel zien we wel. Dat pad kan je boeren met goed fatsoen niet insturen. De Groot schetst ook een situatie waarbij de veestapel niet gehalveerd moet worden maar terug naar een kwart moet. En hoe je daar je brood meer verdient, zoek dat lekker zelf maar uit.”
Dilemma 4: Meer en minder grond voor de landbouw
Akkerbouwer Jarno Rietema uit Oudeschip (GR) verbouwt in de omgeving van de Eemshaven acht verschillende landbouwgewassen. Hij ervaart veel last van claims die de industrie en infrastructuur op landbouwgrond leggen. Zo is hij fel gekant tegen de aanleg van elektrakabels over waardevolle landbouwgrond. „De kabel is niet goed tegen de verzilting”, vertelt Rietema. „De aanleg van de kabels tast de kwaliteit van de grond aan.” Er wordt volgens hem te weinig rekening gehouden met de belangen van de landbouw bij infrastructurele projecten. Zijn boodschap aan de politiek; gebruik de goede grond voor de goede dingen.
‘Geen landbouwgrond nodig voor energietransitie’
Roelof Bisschop (SGP): „Er wordt te weinig overlegd met de landbouw als je kijkt naar de energietransitie. Kijk bijvoorbeeld naar de zonnepanelen; daar heb je geen landbouwgrond voor nodig. We hebben heel veel goede daken in steden en bedrijventerreinen. Daar kun je al een groot deel van de ruimteclaim neerleggen.” Frank Futselaar (SP) pleit vooral voor meer regie over het grondgebruik want er is schaarste. „Maar soms moeten ook harde keuzes gemaakt worden.”
‘Goede grond koesteren’
Nynke Koopmans (Forum voor Democratie) wil juist dat er weer meer grond naar de landbouw gaat. Geen zonneparken op landbouwgrond luidt haar devies. „Vruchtbare grond moet worden gekoesterd. We hebben een klein land waar goede grond schaars is. We willen geen land vol met windmolens. Daar komt bij dat door de stikstofwet boerengrond in de uitverkoop wordt gezet. De natuurnormen zijn veel te hoog gesteld.”
Futselaar: „In de stikstofwet is opgenomen dat piekbelasters vrijwillig kunnen worden uitgekocht om ruimte te creëren.” Bisschop is het daar voor een deel mee eens. „Doe het dan wel in overleg met de landbouwsector.”
Dilemma 5: Natuurvriendelijke landbouw en export
De Brabantse pluimveehoudster Anne van Lith investeerde tien jaar geleden in een scharrelstal, maar heeft die investering nog niet terugverdiend. Haar eieren gaan vanuit Sterksel vooral naar Duitsland. „We zijn druk aan het nadenken over kringlooplandbouw. Op één locatie produceren we voor de Nederlandse consument. Op onze andere locatie zijn de eieren niet geschikt voor de Nederlandse consument, maar gaan naar Duitsland. De grote uitdaging is om stappen te zetten op duurzaamheid, maar dan moet dat wel financieel haalbaar zijn. Ik vraag me af welke oplossing politici hebben om de extra stappen richting duurzaamheid, die ik best wil zetten, ook over de grens betaald te krijgen.”
Kansen
De jarige Jan Klink (VVD) denkt dat innoveren belangrijk is. Hij noemt de tuinbouw als voorbeeld. „Kastechniek gaat de hele wereld over.” Hij ziet nog steeds kansen voor de exportlandbouw. „We doen het ontzettend goed met de landbouw, we exporteren veel meer dan we importeren. Dat verschil geeft ons een voorsprong. We moeten uit een grote crisis (corona, red) zien te komen, om dat te bewerkstelligen staat de landbouw vooraan.”
Problemen
Zijn concullega van de PvdA Joris Thijssen ziet dat anders. „We hebben als Nederland wel een aantal problemen op te lossen op het gebied van klimaat en stikstof. We moeten als politiek meer naast de boeren gaan staan en vragen wat van oplossingen zij hebben. De supermarkten, Unilever en de Rabobank hebben veel marktmacht, daar moeten we als overheid meer in sturen om de opgaves waar we voor staan opgelost te krijgen.”
Hij ziet door het klimaat en stikstof-probleem een minder prominente rol weggelegd voor exportlandbouw in de toekomst. „We kunnen niet op deze manier verder gaan, we moeten gaan zoeken naar hoe boeren in Nederland een goede boterham kunnen verdienen. We kunnen als overheid niet zeggend at we problemen op gaan lossen en vervolgens alles bij het oude laten.”
Handelsverdragen
Als er dan toch geëxporteerd moet worden, dan moet dat wel in een gelijk speelveld, vindt Thijssen. Klink is het daarmee eens, een punt waar beide politici elkaar vinden. Klink: „Als we een handelsverdrag sluiten met Oekraïne dan moeten die producten aan dezelfde eisen voldoen als de Nederlandse producten. Daar moet dan ook op gehandhaafd worden.”
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Tekst: Guus Daamen
Als zoon van een fruitteler opgegroeid tussen de appelbomen in Gelderland. Tijdens mijn master Journalistiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam mij verder gespecialiseerd in politiek. Schrijft voor Agrio voornamelijk over Politiek en Beleid. Luistert, vraagt en onderzoekt. Andere passie: sport.
Tekst: Seb van Dijk
Seb is sinds 2018 redacteur van de Agrio-redactie Politiek en Beleid. In 2017 studeerde Seb af als zowel communicatiedeskundige als journalist aan Hogeschool Windesheim te Zwolle. Deze twee expertises zet hij dagelijks in bij het schrijven van artikelen, diverse coördinerende werkzaamheden en het ontwikkelen van nieuwe media.
Beeld: Ellen Meinen